Dans / Performance

RI TE Israel Galvàn & Marlene Monteiro Freitas

Een Olé! die de strot niet uitkomt

                                  Voor ‘gemakkelijke’ voorstellingen ben je bij het Kunstenfestivaldesarts doorgaans aan het verkeerde adres. Toch zijn er uitzonderingen. ‘RI TE’ van Israel Galvàn en Marlène Monteiro Freitas was er zo eentje. Niet dat het een simpele voorstelling zou zijn. Het tegendeel is eerder waar. Wel dat het om niets anders draait dan het plezier om te dansen. En om de verbeelding, de angsten en de extase die dan vrij komen.         
RI TE
Pieter T’Jonck Zinnema, Brussel, in het kader van Kunstenfestivaldesarts 2024 meer info download PDF
31 mei 2024

Als het publiek de zaal binnenkomt staan Flamenco danser Israel Galvàn en danseres-choreografe Marlène Monteiro-Freitas al op het podium. Als twee Charlie Chaplins drentelen ze elk aan hun zijde van het kleine houten podium met zijn minuscule houten achterwand met twee steunwandjes heen en weer. Nu eens verstoppen ze zich voor elkaar, dan weer werpen ze elkaar steelse blikken toe.

Ze dragen allebei een witte overal, maar toch is hun verschijning door allerlei details nogal ongerijmd. Een pijp van Galvàns pak is bijvoorbeeld afgesneden boven de knie, hij draagt knalroze halfhoge rubber laarzen en heeft een zwarte korte schort omgebonden, als een kelner in een groezelig café. Vandaar misschien ook die éne witte handschoen?

Bij Monteiro vallen vooral de groene gallons op haar schouders op, en de kekke bottines met hoge hakken. En ook weer die ene witte handschoen. Een bosje bloemen in Monteiro’s opgestoken haar verraadt wel dat we flamenco gaan zien. Maar dan van een vreemde soort, want ook Galvàn heeft bloemen in zijn haar.

Als ze beiden het dansvloertje betreden is ‘RI TE’ echt begonnen. Meteen blijkt de dansvloer nogal verraderlijk, want tussen achterwand en vloer gaapt een spleet. Een verkeerde pas is dan snel gezet. De twee stoelen op het podium kiepen ook al eens naar achter. Voorlopig gebeurt dat niet, want de spelers plakken tegen de achterwand terwijl ze elkaar uitdagen. Galvàn roffelt met zijn voeten op de wand, Monteiro krast met haar nagels. Met kauwgum maakt Galvàn oorbellen, Monteiro blaast er bellen mee.

    Het is zo grappig en zielig tegelijk dat de uitgelaten zaal haar al snel elke keer weer bijspringt met een luide Olé.    

Galvàn voert ook, voor het eerst, een typisch flamencoritueel op: hij werpt Monteiro een kushand toe en steekt dan zijn andere arm triomfantelijk omhoog. Monteiro beantwoordt dat gebaar hoogst ongepast: ze wendt haar hoof af met een blik vol afkeer en spuwt in een hoek. Ze heeft het moeilijk met de situatie. Of met zichzelf? Keer op keer probeert ze, bij een krakkemikkige roffel met de voeten, Olé! Te roepen. Maar het woord wil niet uit haar keel komen. Het is zo grappig en zielig tegelijk dat de uitgelaten zaal haar al snel elke keer weer bijspringt met een luide Olé.

Een hele tijd beloeren de twee elkaar zo, als ze elkaar al niet uitdagen. Ze duwen elkaar heen en weer als twee marionetten of ze houden een voetenconcert op twee stoelen. Als ‘La Liebre’, een rauwe flamencozang van Las Coraleras de Lebrija een paar keer na elkaar uit de luidsprekers schalt komen ze toch van hun stoelen los, maar belanden er ook weer op. Waarna ze hun rituelen -kushand, spuwen, een rochelende Olé! – herhalen.

Naar het einde van de voorstelling verandert de verhouding. Galvàn blijkt toch de echte Flamenco danser, maar hij ontfermt zich op een bijna vertederende manier over Monteiro. Hij streelt haar vermoeide voeten en roffelt er, terloops, ook een ritme op. Zo eindigt de voorstelling ermee dat Monteiro, eerst vol aarzeling, maar met steeds meer vuur, een overrompelend ritme met haar voeten stampt. Galvàn moedigt haar aan met een even ritmisch complex handgeklap. Olé!

Vier dagen deden deze twee performers erover om dit werk in elkaar te zetten. Het is verbluffend weinig. Galvàn is geboren in een nest van Flamenco dansers, maar voor Monteiro is het onbekend terrein. Toch bouwen ze samen een set op die met pieken en dalen, maar altijd verrassend en komisch, naar dat slotmoment toegroeit waarop je zou zweren dat ook Monteiro haar hele leven niets anders deed. Het is een avond vol zot spelplezier. Galvàn en Monteiro keren de Flamenco binnenste buiten, tarten alle regels, en zetten zo toch weer een nieuwe Flamenco dans in elkaar. De zaal kreeg er maar niet genoeg van. 

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login