Dans

Fampitaha, fampita, fampitàna Soa Ratsifandrihana

Een zoektocht zonder einde

                                  ‘Fampitaha, fampita, fampitàna’, de nieuwe creatie van Soa Ratsifandrihana is tegelijkertijd een dansvoorstelling en een theaterstuk. Het is én een choreografie op zeer aanstekelijke muziek én een verhaal over de koloniale geschiedenis en de sporen die ze tot op vandaag naliet in Frankrijk en België. Het stuk barst van de verwijzingen, maar dat gaat nooit vervelen. Integendeel: het wekt je nieuwsgierigheid.         
Fampitaha, fampita, fampitàna
Elie Agniel Théâtre Varia, Brussel, in het kader van Kunstenfestivaldesarts 2024 meer info download PDF
30 mei 2024

Vier dansers komen, bijna ongemerkt, één voor één op terwijl het publiek zijn plaats zoekt. Alle vier dragen ze kostuums uit goedkoop ogende stof maar met een snit en tierelantijntjes die aan 18e-eeuwse kleding doen denken. Soa Ratsifandrihana hees zich in een knalroze, lang, wijd uitstaand kleed met een opzichtige gefronste kraag. Audrey Merilus draagt een d’Artagnan kostuum . Om haar armen zijn lange blauwe linten gewonden. Stanley Ollivier, maar ook muzikant Joël Rabesolo houden het iets subtieler, al hebben beiden wel glitters op hun T-shirt of kostuum.

Op het podium liggen drie tapijten, een vierkant en twee ronde. Centraal vertonen ze een gat. Links kondigen een gitaar, een drumset en een synthesizer live muziek aan. Een decor is er verder niet, maar het speelveld wordt wel afgebakend van de kale vloer door grote rechthoek van TL buizen. De performers vleien zich neer op de tapijten voor een rustig babbeltje. Af en toe wisselen ze van plaats.  Ze praten net te stil om hun conversaties helemaal te volgen. Er zijn ook geen boventitels bij. De weinige flarden die ik toch oppik lijken over hun moedertaal te gaan. Als alle toeschouwers gezeten zijn zit, speelt Ollivier op een gsm een lied van een zanger uit Martinique. Hij zingt het luidop mee.

‘Fampitaha, fampita, fampitàna’ lijken ongeveer hetzelfde woord, maar in het Malagassisch (de taal van Madagaskar) betekenen ze heel andere dingen: Vergelijking, overdracht en rivaliteit . Het contrast tussen de fonetische gelijkenis en de uiteenlopende betekenissen die ze verbergen zal later een grote rol spelen. Het stuk gaat pas werkelijk van start als Ratsifandrihana de aanwezigen aankondigt. Ze vraagt aan de dansers wie voorouders heeft in Haïti, Madagaskar, Guadeloupe, Martinique, de Antillen, Frankrijk of België. Wie eerste generatie inwijkelingen zijn, tweede of derde.

Terwijl de (boomlange) Rabesolo op een elektrische gitaar een jazzy lied inzet, trekken de drie dansers lange witte handschoenen aan. Zo beginnen ze twee per twee hoofse dansen te parodiëren, voornaam en zwierig, was het niet van die nijdige stamp en geheven vuisten als ze elkaar in de ogen kijken. Even later draperen ze ook sjerpen met de Franse driekleur om hun schouders. Na enige tijd zweemt de dans echter steeds meer naar een aflevering van het Amerikaans dansprogramma ‘Soul Train’.

Als Merilus en Ollivier een tapijt over hun hoofd trekken volgt een stijlbreuk: de twee beginnen als derwisjen rond te tollen, zo snel dat Olliviers tapijt verticaal gaa. De dans wordt daarna individueler. De dansers ontdoen zich ook steeds meer van hun potsierlijke kostuums. Op het einde zullen ze erbij staan als ‘gewone’ dansers, in T-shirts en losse, korte broeken. De muziek wordt ook rauwer, meer funky. Rabesolo mengt er nu ook drums bij terwijl de drie dansers over de grond kruipen.

Tot op dit punt was het opzet van de voorstelling licht mysterieus maar wel duidelijk: een dans die verwijst naar de koloniale geschiedenis verschuift langzaam naar zowel traditionele als hedendaagse passen. Toch blijkt er meer aan de hand als Ratsifandrihana een lied zingt over Ignoral®. De boventiteling volgt haar lyrics niet meteen. Eerst verschijnt Ignoral® als een advertentie of een logo voor een medicijn. Pas dan volgt een vertaling: een opsomming van de ‘actieve bestanddelen’ zoals ‘geheugenversterkende kleurstof’ en ‘anti-onafhankelijkheidszuur’. Pas achteraf, als ik het programma lees, ontdek ik dat het lied verwijst naar een fictief antidepressivum uit een aflevering van ‘The Simpsons’. Dochter Lisa bekampt haar ontreddering over apocalyptische beelden van de klimaatverandering ermee. Al het lelijke in de wereld wordt plots bedekt met vrolijke gele smileys.

    De aanpak van Ratsifandrihana slaagt er zo in om met één liedje het cynisme van de tafel te vegen en vraagt om te blijven zoeken naar oplossingen.     

De choreografie vertoont echter nauwelijks een direct verband met de inhoud van het lied.  Je beseft dat de dans vol zit met moeilijk te ontcijferen symboliek. De dansers kruisen nog meerdere keren politieke associaties met nieuwe dansen. Telkens wanneer de muziek de dans nog een tikje meer aanvuurt, en je de politieke associaties dreigt te vergeten, volgt ook een nieuw gesproken intermezzo. Die laadt dan weer de volgende choreografie op met symboliek. Toch is de betekenis van die teksten zelden meteen duidelijk. Zo declameert Ollivier plots straatnamen als ‘Rue des Neg’Marrons’, ‘Rue Toussaint Louverture’ en Rue Gallieni. Achteraf ontdek ik dat ‘Rue des Neg’marrons’ niet bestaat. De twee andere wel: ze liggen in Parijs. Toussaint Louverture blijkt een Haitiaanse revolutionair, Joseph Gallieni een administrator van Franse Kolonies.  ‘Neg’marrons’ is dan weer de naam van een Franse reggaegroep uit de jaren 1990. De leden hadden hun roots in Congo, Kaapverdië en Martinique.

Als de dansers na een funky-dansintermezzo op een zware beat volgens loodrecht kruisende lijnen over het podium marcheren, lijkt elke beweging nu een diepere betekenis te verwerven.  Wat wil Ratsifandrihana vertellen als twee dansers hun loodrechte lijnen blijven volgen maar zij zelf schuin over het podium springt? Zoekt ze een uitweg? Moeten we een betekenis zoeken achter het moment dat de dansers plots uit de rechthoek van tl-buizen springen?

Naar het einde toe volgt een belangrijke scène, waarvan de betekenis niet moeilijk te raden is. Ze lijkt als twee druppels water op de scène in het Ierse theaterstuk ‘Pygmalion’ waar de professor zijn proefkonijn leert om Engels te spreken zoals de hogere klassen door haar tongbrekers te laten oefenen. Merilus doet precies hetzelfde: ze laat de drie anderen (ook de muzikant) zinnen in het Frans en het Engels herhalen tot het goed zit. De muzikant moet elke zin vele malen herhalen. In een opwelling van rebellie spreekt hij plots een tongbreker van zijn moedertaal foutloos keer op keer uit. Zo keert hij de rollen om. Plots heeft hij een voorsprong. Plots is hij de ‘beschaafde mens’.

Eens de kaarten zo opnieuw geschud zijn beginnen de drie dansers, na elkaar, een lichte, fantasierijke dans. Maar wel met hun rug naar het publiek. Willen ze zo elk contact, elke communicatie afbreken? Of gaan ze ons voor in een dans van de verbeelding, bevrijd van koloniale en racistische dwang? Ook daar valt de symboliek niet eenduidig te ontrafelen.

Toch doet dat geen afbreuk aan de voorstelling.  ‘Fampitaha, fampita, fampitàna’ overtuigt alleen al door de uitzonderlijk inventieve score die Joël Rabesol op zijn eentje bij elkaar speelt op gitaar, synthesizer en drums. De muziek en de dans spelen ook perfect op elkaar in. Dat bepaalt de hele sfeer van het stuk: daardoor kan een feestelijke stemming in een handomdraai omslaan in een militaire parade. Ratsifandrihana was daarnaast wel zo wijs om ons niet (nogmaals) de les te spellen over wat er fout gaat in de wereld. In plaats daarvan reikt ze je een reeks tools aan om haar visie te begrijpen. De informatie over de Ignoral® song bijvoorbeeld staat netjes in het programma. Je vindt het achteraf meteen terug, samen met een reeks podcast en YouTube kanalen over koloniale geschiedenis. De aanpak van Ratsifandrihana slaagt er zo in om met één liedje het cynisme van de tafel te vegen en vraagt om te blijven zoeken naar oplossingen. Elk onderzoek naar een fragment uit de voorstelling leidt, als een eindeloze fractaaltekening, tot nieuwe ontdekkingen. En zo blijft het feest op het podium nog een tijd lang nazinderen.        

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login