Jeugdtheater

Doe de groeten aan de ganzen Freek Vielen / hetpaleis & De Nwe Tijd

De dood uitgelegd aan kinderen

Al vijf jaar toert ‘Doe de groeten aan de ganzen’ door het land. Ik begrijp meteen waarom, nu ik deze familieproductie over afscheid nemen van het leven én verder leven met de dood eindelijk zelf zie. Dit voelt aan als een sleutelvoorstelling. Niet alleen door haar eeuwige thema of de machtige mix van speelse verwondering en diepe troost. Ook omdat dit circustheater van Freek Vielen met Danny Ronaldo mooi belichaamt waarin het theater van vandaag verschilt van het theater van vroeger.         
Uitgelicht door Wouter Hillaert
Doe de groeten aan de ganzen
Wouter Hillaert Loods NMBS, Oostende, in het kader van TAZ 2024 meer info download PDF
13 augustus 2024

Alleen al het verhaaltje in ‘Doe de groeten aan de ganzen’ is prachtig in zijn eenvoud. Broer en Zus geven een feestje voor de eenjarige verjaardag van de dood van hun hond. Terwijl ze de slingers ophangen, dient zich een ongenode gast aan. Wie hij is, behoeft bijna geen woorden. Wanneer Danny Ronaldo in een lange mantel op zijn dooie gemak de scène oversteekt, blijkt hij de magische kracht te bezitten om niet alleen Broer en Zus, maar ook de hele zaal doodstil te krijgen. Voor hij verdwijnt achter de hoek van de grote ruwhouten wand die het decor uitmaakt, werpt hij over zijn schouder nog één keer een diep betekenisvolle blik het publiek in.

Deze party crasher is de Dood zelf. Hoe harder Zus (Margo Verhoeven) hem buiten de deur probeert te houden, hoe slinkser hij zich weer naar binnen wurmt. Is het niet door de grote poort, dan wel door de kleinste kier. Zijn plek in deze voostelling is nu eenmaal niet in de coulissen, maar pal voor het voetlicht. Tegen alle wetten van de klassieke narratologie in, wordt ook meteen duidelijk wat zijn missie is: De Dood komt voor Broer (Tim David), die ziek is. Alleen gebeurt dat niet zoals het ons al eeuwen is verbeeld. Niet met één zwaai van de zeis of door een kaars uit te blazen. Eerst maakt Ronaldo samen met Broer en Zus een hoop troep en plezier met een volle lege fles grenadine, eieren als jongleerballen en twee stoelen die er ineens drie blijken te zijn. De Dood is in deze voorstelling een zwijgzame clown met een feesthoedje op, die zijn danse macabre uitvoert met trom en bombardon. Slechts één woord komt af en toe over zijn lippen: ‘scuus!’. Het is Ronaldoos voor ‘sorry’.

Zo ontluisterend dit afscheidsverhaal mag klinken voor kinderen vanaf zes jaar, zo vrolijk gaan zij op in een gouden ballon die omhoog zeilt in de nok, of Ronaldo die kat en muis speelt met de deuren. Regisseur Freek Vielen (De Nwe Tijd) kent intussen wel de trucs om een jong publiek mee te begeesteren. Ronaldo heeft er met al zijn circuservaring alleen maar meer verrassing en verwondering aan toegevoegd. Toch passeert er geen enkel kneepje zonder dubbele bodem of duistere knipoog, van de Dood die plots uit de kist komt tot de tokkelende klauwen waarmee hij van tien meter ver de piano van het leven bespeelt.

Veruit het mooiste beeld van de voorstelling is de grote vogelveer die Tim David als Broer op zijn palm en zijn voorhoofd balanceert vóór hij finaal de Dood de hand zal reiken. Het is zijn eigen ziel en zaligheid waarmee hij een pas de deux uitvoert. Via een onzichtbaar visdraadje zal Ronaldo de veer overnemen, om ze nog eventjes plagerig in de lucht te doen dansen voor hij ze ophaalt en in zijn zak stopt. Zelden is sterven poëtischer verbeeld.

Het doet me terugdenken aan Freek Vielens gedenkwaardige State of the Youth op Het TheaterFestival, nu precies tien jaar geleden. Als pas afgestudeerde woordkunstenaar aan het Antwerpse Conservatorium gaf hij toen een heel specifieke invulling aan de zin en betekenis van kunst. ‘Kunst kan je gebruiken waar normale taal tekortschiet, door een concreet ‘iets’ te maken in de buitenwereld, een ‘iets’ dat als waar wordt ervaren. Dan kan je naar dat ‘iets’ verwijzen als je iets wilt mededelen over je binnenwereld. Kunst verbreedt simpelweg het zegbare en verdiept het voelbare, het denkbare en het kenbare.’

‘Doe de groeten aan de ganzen’ is daar de perfecte illustratie van. ‘Waar ga je heen na de dood?’, vraagt Broer helemaal in het begin met een bang stemmetje aan Zus. ‘Naar het land waar vandaag gisteren wordt’, is haar prompte antwoord: een plek waar al je kostbare herinneringen zich verzamelen, zolang je ze niet vergeet. Helemaal aan het eind, na Broers heengaan, zal Zus toch niet alleen achterblijven. In haar hand rest van Broer nog zijn zieke vogeltje. Als Zus het fluitend opbeurt, wordt er vanuit de coulissen zacht teruggefloten, als een verre echo uit het Land van Gisteren. Ziedaar de dood, uitgelegd aan kinderen. En aan ons allemaal. ‘Doe de groeten aan de ganzen’ biedt genoeg tastbare beelden van sterven voor een heel leven. Het maakt het onzegbare zegbaar, het ontoonbare toonbaar.

Je zou in al die beelden zelfs een poëticaal programma kunnen lezen, voor een theater dat grote verhalen wil máken in plaats van ze te kraken. Meer dan welke andere creatie van De Nwe Tijd draagt deze kindervoorstelling het geloof uit dat kunst ons kan helpen in onze dagelijkse én existentiële onbeholpenheid. Dat het belang ervan niet neerkomt op het doorprikken van onze illusies – zoals vaak is beweerd – maar net op het cultiveren van extra strohalmen die houvast kunnen bieden in de storm van het (samen)leven.

Theater en circus zoeken nu zonder complexen elkaars sterktes op. Lichtheid is een compliment geworden.     

Open vragen zijn hier dan ook niet de uitkomst van de voorstelling, maar het startpunt. Het gaat Vielen en co. om antwoorden bieden: ‘iets’ wat kan dienen als eerste hulp bij rouw, als extra taal om met elkaar over verlies te kunnen spreken. Je hoeft de betekenis van die beelden ook niet te gaan zoeken onder vele lagen van versluierde metaforiek. Transparant en onverholen wordt de dood meteen benoemd, opdat iedereen mee zou zijn. Dit theater wil zijn gemeenschap verzoenen, in plaats van ze uiteen te spelen met confronterende beelden. Het bestaan is al confronterend genoeg.   

Ook de samenwerking met Ronaldo voelt heel anders dan de rigoureuze verkettering van divertissement die lang de boventoon voerde in het theaterveld. ‘Ik heb vaak het gevoel dat het circus in de stad is, als ik naar de schouwburg ga’, zo fulmineerde Oscar van Woensel (Dood Paard) tien jaar vóór Vielen in zijn State of the Union, in 2002. Hij veroordeelde niet alleen alle ‘trucs, grollen, grappen, effecten en stunts’ in veel voorstellingen, maar ook hun neiging tot sprookjes. ‘Ik zie in die versimpeling een gevaar voor het toneel. Laten we ermee ophouden alles proberen logisch, inzichtelijk en begrijpbaar te maken. Dat is de wereld niet en de mens al helemaal niet.’ Van Woensel stond niet alleen. Lang mocht het niet, helder of vermakelijk zijn. Nu schept ‘Doe de groeten aan de ganzen’ er net eer in.

Dat zegt veel over wat er in twintig jaar verschoven is. Theater en circus zoeken nu zonder complexen elkaars sterktes op. Lichtheid is een compliment geworden. Toegankelijkheid geldt intussen als het beste medicijn tegen de zuurtegraad in de samenleving. Na ‘Doe de groeten aan de ganzen’ krijgen we van Ronaldo, David en Verhoeven zelfs een zoet stukje taart mee naar huis. We mogen het ons laten smaken. 

Krijgen we het allemaal zo genereus op een schoteltje opgediend omdat dit gewoon een kindervoorstelling is? Integendeel. ‘Doe de groeten aan de ganzen’ is net een blijver omdat deze hetpaleis-productie zoveel meer is. Ze laat zien hoe eenvoud en diepgang, vragen oproepen en antwoorden zoeken, elkaar allerminst hoeven uit te sluiten. Hoe show en drama twee handen op één buik kunnen zijn. Maar hoe daar wel voorwaarden aan verbonden zijn: ambacht, durf, poëzie én bescheidenheid. Geef deze voorstelling gerust nog eens vijf jaar. De dood zal niets van zijn pluimen verliezen.        

Genoten van deze recensie? Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand. Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.

Steun pzazz

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login