Jeugdtheater / Performance / Circus

KORROL Grensgeval & aifoon

Brutalisme voor beginners

Elke kunstenaar wil bij leven minstens één steen verleggen. Bij circustheatercollectief Grensgeval gaan ze meteen voor een hele hoop: een scène vol kegels, cilinders en kubussen van puur beton. Al die stenen maken KORROL best zwaar voor performer Jakob Lohmann, maar leveren kijkers vanaf vier jaar een innemend lichte voorstelling op over de mens als esthetisch vormgever van zijn omgeving.

KORROL
Wouter Hillaert KOPERGIETERY Rabot ihkv MiraMiro (Gent) meer info download PDF
26 juli 2024

Ooit al eens een kirrende kleuter gezien die plots een massieve betonnen staaf op de knietjes krijgt? Het zal in KORROL natuurlijk niet echt gebeuren, maar toch berust alle spanning in deze voorstelling op precies die ingebeelde calamiteit. We zitten er als publiek met onze neus op, verdeeld over twee lage bankjes langs de vier zijden van een klein speelvlak. Met onze tenen kunnen we zo binnendringen in het afgezoomde territorium waar wordt gespeeld met wel heel serieuze blokken. Ze zijn even gewichtig als ze eruitzien. Nee, in KORROL is geen plaats voor de klassieke toneelillusie. Wanneer deze stenen tegen de grond gaan, trilt alles mee. Worden ze in de hoogte gebouwd, dan gebeurt dat met gekromde rug en met steeds meer gepuf en gezweet. 

In KORROL is geen plaats voor de klassieke toneelillusie


Maar hoger en hoger rijzen ze: grijze geblokte sculpturen die de zwaartekracht tarten in wankel millimeterwerk. Ze rusten stevig op de grond, maar lijken tegelijk op hun tenen te wiebelen zoals balletdansers op hun spitzen. En dat allemaal op een haar na van zo’n honderd kijkers en kijkertjes waarvan de kleinsten wellicht niet méér wegen dan de grootste blokken. De spanning van KORROL is die tussen dode kracht en levende kwetsbaarheid, tussen plompe massa en breekbare gratie. Tussen gevaar en poëzie. 

De intieme setting zegt ook alles over de directe relatie die Grensgeval steevast opzoekt met zijn jonge publiek. Voor PLOCK! (2017) werden de kleuters in witte overalls gestopt, om voluit mee te kunnen gaan in een spetterend spektakel met liters verf op een leeg canvas – Jackson Pollock voor beginners. In murmur (2019) werd er gedanst met bewegende luidsprekers, tot ook de rugzakken van de kijkers ineens rumoer begonnen te maken. Makers Hanne Vandersteene en Mahlu Mertens, die elkaar leerden kennen aan de Toneelacademie Maastricht en sindsdien zijn blijven samenwerken, houden van ervaringsgerichte performance. Het publiek moet de voorstelling direct meemaken – in dubbele zin. 

Ook bij KORROL krijgen de kleuters al bij binnenkomst in de zaal elk een zwaar blok in hun armen geduwd. Ze moeten het mee naar binnen sjouwen en afgeven aan ‘de mijnheer in het roze’. Achter die keuze steekt niet alleen een heel eigentijds idee rond co-creatie en participatie, maar ook een veel oudere overtuiging over artistieke opvoeding: je kan niet vroeg genoeg beginnen met kinderen aan den lijve te laten voelen wat theater kan zijn en kan doen. Na PLOCK! (rond schilderkunst) en murmur (rond geluidskunst) vormt KORROL het sluitstuk van een trilogie over kunst en creëren.  

Je kan niet vroeg genoeg beginnen met kinderen aan den lijve te laten voelen wat theater kan zijn 


Hier is architectuur de insteek. Performer Jakob Lohmann, een product van de Rotterdamse opleiding Codarts Circus Arts, wrijft zich tussen al die bouwblokken in de handen. Zijn personage heeft iets van een ingekeerd jongetje op een slaapkamer, gebogen over een puzzel van wel vijftig stukken. Maar net zo goed zie je een ambitieuze bouwheer. Met zijn vingers in de lucht tekent hij voor zichzelf de verhoudingen uit van kastelen die alleen hij al kan zien. “Hmm, ja, zo, en dan zo, perfect!” Meer tekst bevat KORROL niet. Mertens en Vandersteene willen vooral compositie en esthetiek doen spreken: de elementaire componenten die ware kunst onderscheiden van gewoon bouwen. 

De verschillende geometrische vormen die Lohmann tot zijn beschikking heeft – ontworpen door architect Lode De Smet Van Damme – variëren van kleine blokken en halve bogen tot grotere ringen en bollen. Ze bieden een waaier aan mogelijkheden. Zo volstaat de simpele toevoeging van twee schattige kegeltjes om van een toren prompt een vrouwenbeeld te maken. Typerend is dat Lohmann zelfs niet de moeite doet om achter haar hoofd nog een aura toe te voegen, wanneer blijkt dat hij daarvoor zelfs op zijn tippen toch te klein blijft. KORROL is niet het soort circustheater dat het ondenkbare ambieert met halsbrekende toeren of verbluffend kunst- en vliegwerk. Het streeft zeker omhoog om de zwaartekracht te weerstaan, maar nog liever houdt het zich met beide voeten op de grond. De zware stenen doen meer met de performer dan de performer met de stenen. Aards bewustzijn primeert.

Ook mislukking is toegestaan. Niet toevallig zakt Lohmann onder het gewicht van zijn stenen meermaals door zijn benen, in de spreidstand van Bambi op het ijs. Zelfs de simpele triomfboog die hij optrekt blijkt net te smal om er zelf triomfantelijk door te stappen. Vóór alles komt de menselijke maat. Zoeken en zwoegen gaan voor op vinden. 

Lohmann zakt onder het gewicht van zijn stenen meermaals door zijn benen, zoals Bambi op het ijs


Daarom hou ik ook zo van kleutertheater, geloof ik. Het grijpt voor zijn herkenbaarheid vaak zo expliciet terug op kinderspel – naar het simpele ontdekken in het doen, naar leren door te creëren – dat het vaak vanzelf uitkomt bij een uitgepuurd beeld van maakbaarheid. Dat beeld heeft niet alleen een groot existentieel effect: de kleine mens die zich verhoudt tot de grote dingen. Het laat ook zien hoe kunst ontstaat of ooit is ontstaan. In KORROL komt dat alles mooi samen in de zware halve bollen die Lohmann aansnoert als schoenen. Ze doen hem wankelen als een kalfje in de wei, als hulpeloos fladderend mens in het bestaan, maar roepen ook het beeld op van klassieke cothurnen, de hoge plateauzolen waarop de Grieken zich wat groter maakten voor hun tragedies. Ook elementaire basistechnieken uit het circus, van corporele acrobatie tot cyr wheel (een levensgrote cirkelende ring) worden tot hun essentie herleid. Als in beton gegoten.

Of neem die vrouwensculptuur met haar gespitste borstjes. Haar geometrische lichaamsdelen doen niet alleen denken aan het Triadisches Ballett van Oskar Schlemmer uit 1922, een vroeg hoogtepunt van abstract modernisme in dans. Net zo goed herinnert ze aan vrouwelijke vruchtbaarheidsbeelden uit de allervroegste natuurgodsdiensten. Die spanning tussen natuur en cultuur, tussen kosmos en kunst, trekt als een lijn door de hele voorstelling. Ook het geluidsontwerp van Stijn Dickel van aifoon draagt daartoe bij: af en toe versterkt het de schuivende betonblokken tot een unheimlich dreunende echo, als van diepe tektonische platen die rommelen onder de aarde. Het zijn machtige klanken die mythe en mystiek binnenbrengen en herinneren aan wat ons overstijgt. Op het podium zien we een nieuwsgierige gast die speelt met groot uitgevallen blokken, maar net zo goed is hij Atlas die de aarde torst én naar zijn hand zet. 

Zo zou je zelfs de hele voorstelling kunnen lezen als één grote ontstaansgeschiedenis. Lohmann start zijn bewegingsdramaturgie laag tegen de grond, in een roze jasje waarvan de ornamenten het midden houden tussen vinnen en vleugels. Pas wanneer hij zich opricht als homo sapiens is dat om te beginnen bouwen aan zijn eigen wereld, van klassieke tempels van voor onze tijdrekening tot het betonnen brutalisme van de naoorlogse modernistische architectuur. Van creatuur evolueert de mens tot creator, om uiteindelijk kunstenaar te worden: KORROL eindigt als een beeldende expo, waarbij kinderen en volwassenen uit het publiek worden gemodelleerd tot tableaux vivants met één of meerdere stukken beton. De spanning tussen dode kracht en levende kwetsbaarheid is voleindigd. De cirkel is rond. 

Net omdat het er zo simpel en abstract uitziet, valt er zoveel bij te verbeelden


Zo weten Mertens en Vandersteene opnieuw de kracht op te roepen van sterk figurentheater: net omdat het er zo simpel en abstract uitziet, valt er zoveel bij te verbeelden. Elke leeftijd ziet ook iets anders. En toch is er één onderliggend fundament: wat zich voordoet als een hoop onhandelbare brokken beton, blijkt in feite de uiteengevallen blokkendoos waarmee één groot verhaal wordt verteld: dat van de menselijke creativiteit. Grensgeval blijkt daar een opvallend modernistische visie op te hebben, die vandaag klassiek en zelfs wat ouderwets kan aandoen: de spelende mens wint het van de elementen, dankzij zijn inzicht in uitgebalanceerde schoonheid. Maar voortdurend blijft KORROL ons eraan herinneren dat elke bouwsteen in onze ambitieuze creaties ooit een stuk rots was. En dat al onze bouwsels daar onherroepelijk ooit naar zullen wederkeren. Opnieuw hebben Hanne Vandersteene en Mahlu Mertens een succesnummer te pakken.  

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login