Muziektheater / Performance

EARTH I Karl Van Welden & Frederik Croene

Contemplatieve verte

‘Earth I’, een voorstelling en installatie van Karl Van Welden op live gespeelde muziek van Frederik Croene biedt een uitzonderlijke ervaring. Meer dan een uur wordt je onweerstaanbaar opgezogen in een samenspel van uiterst traag evoluerende klanken en beelden die je in een diep contemplatieve stemming brengen. Zo openen ze de mentale ruimte om na te denken over onze plaats op de aarde vandaag. 

Uitgelicht door Pieter T’Jonck
EARTH I
Pieter T’Jonck Concertgebouw Brugge meer info download PDF
29 september 2023

‘Earth I’ opent met citaat uit een roman van de Schotse schrijfster Nann Shepherd uit ‘The Living Mountain’ (1977). Ze spreekt over de relatie tussen twee bergwandelaars. Dat hun communicatie niet verloopt door woorden, maar door de stilte die ontstaat terwijl ze zich samen laten opslorpen door het beeld van de bergen. ‘The presence of another person does not detract from, but enhances, the silence, if the other is the right sort of hill companion. The perfect hill companion is the one whose identity is for the time being merged in that of the mountains, as you feel your own to be’.

Frederik Croene spreekt die woorden – meteen ook de laatste in de voorstelling - moederziel alleen uit in een vage lichtcirkel midden op het enorme voortoneel van het podium van het Concertgebouw. Hij staat met zijn rug naar ons, alsof hij zo mee met ons kijkt naar de nog veel meer overrompelende ruimte van het podium zelf. Het gebrekkige licht doet de grenzen van de podiumruimte zo vervagen dat het nog immenser lijkt dan het in werkelijkheid al is. Als toeschouwers zijn we enkel toegelaten op het eerste balkon. Dat vergroot de afstand tot de uithoeken van dat podium nog meer: tientallen meters leegte scheiden ons van het enige object op het podium: een grote vleugel die daar aangespoeld lijkt. We zien het vanuit de verte, als een onbereikbaar landschap.

De lamp boven het klavier en de partituurstandaard lijkt de enige lichtbron in die peilloze verte. Dat licht doet een maanvormige sikkel van wat ik eerst houd voor een sliert snippers alufolie flikkeren terwijl de eerste tonen van Frederiks compositie weerklinken. Aanvankelijk herhaalt hij net niet ostinato een klein loopje, waar af en toe een hoge noot uit wegspringt. Haast onmerkbaar wijzigt die basisfiguur voortdurend. Akkoorden en toonaarden schuiven, de accenten bovenop de basislijn variëren tussen het hoge en lage register maar ook de klankkleur wijzigt. Soms laat Croene het spel openbloeien met de kleurenpracht van laatromantische muziek, die dan plots wegsterft tot een paar spaarzame noten, waarna alles weer herbegint.

Het effect was, voor mij als leek, bepaald merkwaardig: de klankenstroom blijft maar gaan en nestelt zich in je oor, ook al is er geen nadrukkelijke melodische lijn of ritme. Daardoor verlies je stilaan elk besef van tijd. Je komt in een meditatieve stemming die iets weg heeft van de stemming bij een lange bergwandeling. Steeds dezelfde pas, eindeloos herhaald, maar nooit helemaal gelijk, met plotse verrassingen zoals een onverwacht vergezicht.

    Een berglandschap dat zweeft boven de piano, schijnbaar onbeweeglijk.    

Ondertussen daalt een enorm vilten doek heel langzaam neer over het podium. Het heeft aanvankelijk iets weg van een grote stapelwolk die donkere schaduwen werpt op de vloer. Haast zonder dat je het merkt gaat het doek dan hoge toppen en diepe dalen vertonen, als een berglandschap dat zweeft boven de piano, schijnbaar onbeweeglijk. Maar dat is dus schijn, want als ik een paar keer voor een minuut of wat de ogen sluit om me op de muziek te concentreren merk ik hoe sterk het beeld op die korte tijd al veranderde.

Er komt rook bij. De bergmassieven zakken verder neer en omhullen de piano zodat die doffer gaat klinken. Maar dan trekken ze weer op en laten plots door een lichtwissel de vloer oplichten. Daardoor merk ik dat wat ik eerst voor alu-snippers hield een hele cirkel van zacht trillende metaalfolie onder de piano is. De cirkel glinstert en schittert als een wateroppervlak of een gletsjer . In de laatste beweging komt er een gouden licht van onder de bergen voor ze weer neerdalen en de pianist definitief omhullen. Op dat ogenblik verandert de lichtinval zodat je de constructie herkent als wat ze is: een enorme lap vilt, opgehangen aan stangen. De berg is er nog, maar de betovering is weg. Indrukwekkend, maar op een onnadrukkelijke manier, net zoals de muziek.

Deze voorstelling draagt duidelijk de signatuur van Karl Van Welden: sinds een tiental jaar exploreert hij met zijn cyclus ‘United Planets’ hoe we ons als mens verhouden tot de wereld en het universum. ‘Earth I’ focust nu op onze verhouding tot onze eigen planeet, en uiteraard speelt daarbij als vanzelf de gedachte aan de klimaatopwarming en de slinkende biodiversiteit, die ertoe leiden dat we daar met heel andere ogen naar kijken. Deze voorstelling doet echter geen uitspraken over wat er ons te doen staat of wie verantwoordelijk is voor wat er allemaal fout loopt.

De betekenis van de voorstelling zit helemaal in kijkverhouding die ze instelt. Al heel vroeg in de voorstelling ga de installatie ervaren als een landschap in de schilderkunstige zin van het woord door de enorme afstand tussen het eerste balkon en de installatie. Die positie lijkt treffend op de schilderijen van een romanticus als Caspar David Friedrich. In ‘De zwerver boven de zee van mist’ uit 1818 zie je op het voorplan een man die met zijn rug naar de kijker tuurt naar een zee van mistbanken in het middenplan. Op het achterplan verrijzen indrukwekkende bergen.

Het vilt voegt een eigen betekenis toe.

Het is onmogelijk om precies in te schatten hoe ver die bergen liggen door de mist die hem ervan scheidt. De afstand is peilloos, maar suggereert een diepe contemplatie. Deze verhouding lijkt sprekend op onze positie, als kijker, tegenover het podium. Door de minimale, graduele wijzigingen in het toneelbeeld en door de steeds verder door kabbelende pianoklanken ontstaat er een gevoel van diepe rust en aandacht die vandaag steeds zeldzamer wordt.

Het is zeker ook geen toeval dat Croene, als een ‘zwerver’ met zijn rug naar ons staat als hij zijn openingszin uitspreekt. Toch is er ook een verschil. Croene stapt daarna wel op de bergmassieven toe en verdwijnt er uiteindelijk in. Net zoals Nan Shepherd zegt: ‘his identity is merged in that of the mountains’. Je kan het op veel manieren lezen. Bijvoorbeeld als uitdrukking van de nietigheid van de mens tegenover de aarde, maar ook als erkenning dat de mens een deel is van die aarde, en er helemaal niet tegenover staat om ernaar te kijken of ze te exploiteren.

De wolken-bergen-aarde zijn hier echter van vilt gemaakt, en dat materiaal voegt een eigen betekenis toe. Vilt is de oudste bescherming tegen de elementen van de mens. Op die manier suggereert het toneelbeeld dus ook dat de aarde zelf ons koestert en beschermt. Voorlopig toch nog. 

(De voorstelling is nog een paar keer te zien, o.m. in De Warande in Turnhout op 5 oktober)

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login