Muziektheater

I want absolute beauty Ivo Van Hove / PJ Harvey / Sandra Hüller / (LA)HORDE

Een artistiek statement van Ivo van Hove op de Ruhrtriennale

De Ruhrtriennale focuste, sinds zijn stichting door Gerard Mortier, altijd al op muziektheater. Als intendant voor de periode 2024-2026 wil Ivo van Hove inzetten op een bijzondere vorm daarvan. Hij wil aantonen dat popmuziek een diepere boodschap in zich draagt, en daarom even belangrijk is als klassieke muziek. Hij geeft zelf het voorbeeld met een voorstelling rond songs van PJ Harvey. Samen met dramaturg Koen Tachelet ging hij op zoek naar een rode draad in haar repertoire. Het mocht immers geen ‘tour de chant’ worden, maar iets wat theatraal zin had. ‘I want absolute beauty’ is de uitkomst van die zoektocht: een songsuite die het portret van een vrouw tekenen. Sandra Hüller geeft die vrouw gestalte.         

I want absolute beauty
Johan Thielemans Jahrhunderthalle, Bochum, in het kader van de Ruhrtriënnale meer info download PDF
20 augustus 2024

‘I want absolute beauty’ bevestigt een nieuwe ontwikkeling in het oeuvre van Van Hove. Vanuit zijn aandacht voor de betekenis van popmuziek kwam hij er in de afgelopen jaren al toe om ‘klassieke’ musicals als ‘West Side Story’ of de rockopera ‘Jesus Christ Superstar’ te regisseren. Ook rond zijn idool David Bowie maakte hij een productie, al werd dat voor mij geen beklijvende voorstelling. Nu koos hij dus voor songs van PJ Harvey.

Een enorme toneelvloer, nog veel langer dan ze breed is, domineert de immense ruimte van de Jahrhunderthalle in Bochum. Ze is bedekt met aarde en afgeboord met een soort straatlantaarns. Je herkent onmiddellijk de handtekening van ontwerper Jan Versweyveld. Boven het veld hangt een groot videoscherm met cinemascope afmetingen. Dat wordt later het speelterrein van videast Christopher Ash, die prachtige natuurbeelden afwisselt met shots van steden bij nacht. Helemaal achterin het speelveld zit Liesa van der Aa met haar band voor een spiegelwand waarin het publiek zichzelf ziet. Zij gaf de songs van Harvey een geslaagde nieuwe instrumentatie mee om de muzikale eenheid ervan te versterken.

Ster van de avond is natuurlijk de Duitse actrice Sandra Hüller. Zij zingt anderhalf uur lang het toneel het ene lied na het andere, een hele prestatie. Het is interessant om haar stemgebruik te vergelijken met dat van de Engelse zangeres. Harvey heeft een erg metalige, niet zo aangename stem – vooral in de hogere registers. Harvey zingt haar liederen ook met een grote afstandelijkheid. Zo niet bij Hüller. Haar stem is warmer en haar voordracht veel emotioneler. Dat geeft de liederen meer kracht. Op verschillende dramatische momenten weet ze de teksten met andere vocale registers te lijf te gaan. Ze klinken dus veel theatraler, soms op het pathetische af, maar dat past net goed in dit project van Van Hove.

Omdat Van Hove absoluut het gevoel van een liedrecital wilde vermijden, deed hij daarnaast een beroep op dansensemble (LA) HORDE uit Marseille. De dansers stralen veel street credibility uit in hun energieke begeleiding van de songs. Ze zijn agressief, sensueel, soms brutaal maar ook teder. Zij illustreren vaak de teksten, en naarmate de voorstelling voortschrijdt, integreren ze Sandra Hüller meer en meer in hun bewegingsparcours.

Wat vertelt de voorstelling? De eerste tekst ‘Grow, grow, grow’ heeft het over het planten van een zaadje, dat later een boom zal worden (op het videoscherm wordt dat heel realistisch getoond). Het zal dus gaan over opgroeien. Op het scherm verschijnt dan ‘Dorset’, de streek waar PJ Harvey geboren en getogen is. Maar een biografie wordt het niet. Op het hoopvolle eerste moment volgt de song ‘The River’, die handelt over pijn die langzaam wordt weggespoeld. Psychologische pijn wordt inderdaad de rode draad van de avond. Het personage, dat ik gemakshalve maar Sandra noem, heeft een liefdesbreuk meegemaakt en roept God om hulp. Zowel God als Jezus duiken vaak op in de teksten en suggereren een verrassende religieuze achtergrond. God, seks en liefde vormen een ingewikkeld kluwen.

Daarop volgt een passage waarin Sandra haar geliefde mist omdat hij soldaat werd. Het gaat vervolgens over het leger, oorlog en slachtoffers. De dansers beelden het ook allemaal uit. Dat voert naar de song met een obsederend refrein: ’The Words that make the Murder’, een waarschuwing om gevaarlijke woorden te mijden. Het is het meest uitgesproken politieke moment van de avond. Deze passage sluit af met ‘Give me a gun’: Sandra is zo getroffen door het lijden van soldaten en kinderen, dat ze verlangt naar het einde van de wereld.

De volgende hoofdstukken in het verhaal betreffen telkens een andere locatie, plekken waar Harvey wellicht zelf verbleef. In Londen voelt Sandra zich niet goed. Seks is er handelswaar, maar toch vindt ze er een ideale partner, die door God gezonden is (hoor ik zonder ironie). Er volgt een orgie, een grote vrijpartij. Eén gebaar vat het botvieren van de lusten samen: de dansers rukken elkaars mond open. Het wordt sterk in de verf gezet door close-ups van de koppels (waarbij inclusiviteit de regel is). Het is een typische scéne voor Ivo Van Hove: bij hem is het seksuele spel nooit vrolijk. Maar hij krijgt daarvoor een aanzet in de tekst van Harvey, want in de song ‘Meet ze Monsta’ zingt Sandra: ’What a fight’.

New York is daarna de stad van een bevrijding. Op de video zien we heel concrete beelden van straten en gebouwen. Maar Sandra ontdekt ook een aantal tragedies, en centraal staan weer de ontgoocheling en het onvervuld verlangen. Uiteindelijk vindt ze toch weer het geluk in de armen van een man. In ‘Good Fortune’ ontdekt ze in New York de volledige liefde en meldt ze dat de slag gestreden is.

In het laatste luik blijft de thematiek aan zichzelf gelijk: liefde, kort geluk, verlangen, ontgoocheling en hulp vragen aan God. In een erg vreemde tekst roept Sandra haar overleden grootmoeder op. Op het scherm verschijnt Isabelle Huppert als die grootmoeder. Ze dient Sandra van repliek met een paar songlines die als samenvatting van het hele levensgevoel kunnen gelden: we bevinden ons ‘in het wanhopige koninkrijk van de liefde'.

Toch slaat alles dan nogmaals om: er priemt een moment van hoop of berusting. De groei van het eerste lied komt hier tot een goed einde: Sandra is met de wereld klaar. Ze kan de pijn achter zich laten. In het laatste lied zingt Sandra dat ze kan drijven boven het gewoel, ‘floating’. We zien Sandra in een wit kleed hand in hand lopen met een danseres. Vredig verlaat dit koppel de speelvloer, want er is een levensles gevonden: neem het leven zoals het komt.

Deze conclusie roept allerlei vragen op. Alle pijn, alle onvrede, alle eenzaamheid - het echte onderwerp van deze avond - worden plots tussen haakjes gezet. Moet ik denken: trek het je niet aan, doe niet zo dramatisch, we kunnen zo makkelijk aan de foute dans ontspringen? Valt dit onder het motto: optimisme is een opdracht? Is het devies dat theater ons niet met een depressief gevoel mag opzadelen? Dat is makkelijk gezegd, maar leven we daarmee beter, begrijpen we dan meer van de gek draaiende wereld buiten deze zaal? In het begin van de avond ging het over de oorlog – en die woedt op zoveel plaatsen. Maar, volgens Harvey, kan je daarmee leven, als je ‘life’ neemt zoals het komt. Maar wat is ‘life’?

De voorstelling – net geen theater, net geen zangrecital – blijft vooral boeien door de sterke aanwezigheid van Sandra Hüller. Niet alleen zingt ze voortreffelijk en mengt ze zich met gemak onder de dansers. Ze vertoont ook geen spoortje ijdelheid. Ze blijft zuiver en aandoenlijk. In het samenspel met (la) HORDE, de band van Liesa van der Aa, de filmbeelden en de regie/scenografie (met soms overdonderende lichteffecten) geeft ze de songs van Harvey een heel aparte nieuwe kleur.

Een laatste gedachte: was er niet nog een zangeres die haar leven vertelt in een gloedvolle theatershow? Ik heb het natuurlijk over Taylor Swift en haar ‘Eras’-tour. Met deze ‘I Want Absolute Beauty‘ heeft Van Hove het traditionele theater verlaten en stapt hij binnen in een ander genre – dat wereldwijd veel publiek op de been brengt. Zien we hier 'de nieuwe Van Hove’? Niet naar de vorm, want die blijft trouw aan de visuele woordenschat die Van Hove en Versweyveld al lang geleden ontwikkelden. Het gaat vooral om de fascinatie die de popcultuur op Van Hove uitoefent. In hoeverre deze interesse dominant wordt, zal de toekomst uitwijzen.        

Genoten van deze recensie? Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand. Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.

Steun pzazz

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login