‘Il Cimento dell’Armonia e dell’Invenzione Anne teresa De Keersmaeker & Radouan Mriziga

Vivaldi revisited

                                  Anne Teresa De Keersmaeker en Radouan Mriziga brengen op Kunstenfestivaldesarts 2024 voor de tweede keer een gezamenlijk werkstuk. In 2020 creëerden en speelden ze samen al ‘3ird5@w9rk’ op dit festival. In ‘Il Cimento dell’Armonia e dell’Invenzione’ dansen ze wel niet zelf, en komt Grandmaster Flash er ook niet aan te pas. Deze voorstelling is gebaseerd op een absolute evergreen van de barok: de ‘Vier jaargetijden’ van Antonio Vivaldi. Die klinken hier wel verrassend nieuw en hedendaags.         
‘Il Cimento dell’Armonia e dell’Invenzione
Pieter T’Jonck Rosas Performance Space, Brussel, in het kader van Kunstenfestivaldesarts 2024 meer info download PDF
12 mei 2024

‘De vier jaargetijden’ van Antonio Vivaldi is één van de meest bekende, maar helaas ook meest mismeesterde en misbruikte muziekwerken ooit. Het is zoals met Italiaanse ragù: je moet het origineel proeven om te beseffen dat ‘onze’ ‘bolognaise’ saus een flauw afkooksel is. De vier concerten, met telkens drie bewegingen (doorgaans niet langer dan zo’n vier minuten), evoceren typische klanken en gebeurtenissen van elk seizoen. De blaffende hond en de kwinkelerende vogels in de lente, de hitte, de lastige insecten en onweders in de zomer, de oogstfeesten en de jacht in de herfst en schaatspret en bittere kou in de winter. Bij elk concerto hoort een gedicht, wellicht van Vivaldi zelf, dat het allemaal evoceert.

Om dat hoorbaar te maken moeten de muzikanten de minutieuze aanwijzingen van de componist over tempi, volume, boogstreek en dynamiek secuur volgen. Pas als een viool een beetje krast herken je het geblaf van de hond. Pas als het van fluisterstil en loom naar uiterst luid, snel en geagiteerd gaat hoor je een zomers onweer. Als het orkest, hooguit een man of tien, dat goed doet, ontstaat een overrompelende natuurschets, met prachtige tafereeltjes, ingebed in de meeslepende ritornellos. De opname van Amandine Beyer en haar ensemble Gli Incogniti slaagt daar met glans in. Plots hoor je hoe vernuftig deze compositie in elkaar zit. Zelfs Johann Sebastian Bach stak er naar verluidt veel van op.

Merkwaardig is wel dat dit werk uit 1720 bij de eerste publicatie in Amsterdam in 1725 de naam ‘Il Cimento dell’ Armonia e dell’ Invenzione’ meekreeg, of dus ‘de strijd tussen harmonie en verbeelding’. De publicatie bevatte namelijk nog acht andere concerti. Toch kozen de choreografen voor die quasi onbekende naam. Wilden ze zo vermijden dat mensen meteen allerlei bedenkingen zouden hebben bij de titel ‘Vier jaargetijden’? Of geven ze zo aan dat ook zij een balans zochten tussen harmonische dansfiguren en choreografische vondsten? In elk geval, de voorstelling opent in stilte, en die houdt erg lang aan. In die stilte pakken De Keersmaeker en Mriziga hun hele choreografische koffer uit.

Het startpunt is echter een beeld zonder mensen, een pure lichtinstallatie van De Keersmaeker en Mriziga, opgebouwd uit drie grids van TL buizen. Links en rechts van het podium zijn dat 3 kolommen van drie ver boven elkaar geplaatste buizen. Tegen de achterwand zijn het 7 kolommen van 6 dubbel zo dicht geplaatste buizen. Eerst flikkert één buis, dan een paar, tenslotte bijna allemaal, in een onvoorspelbaar grillig patroon, tot ze allemaal weer uitvallen. Het enige licht dat dan nog op het podium valt komt van een oranje straallamp zoals op snelwegen. Het is een fascinerend moment: de verwachting is meteen hoog gespannen.

In dat vale schijnsel verschijnt  Bostjan Antončič alleen. Hij draagt een fantasierijk kostuum van doorschijnende stof boven een glanzende halflange sportshort, een ontwerp van Aouatif Boulaich. In zijn eerste passen herken je een ruiter, en dan een paard. Als hij voorover buigt, met gebogen knieën en zijn armen wijduit laat wapperen zie je een vogel die boven een landschap zweeft. Andere figuren zijn minder direct herkenbaar (Een schutter? Een herder?), maar de intensiteit van de vertolking neemt je toch moeiteloos mee in zijn verbeelding, tot voorbij een eerste kort muziekfragment, aangekondigd als ‘Autunno’ (Herfst).

Pas daarna vervoegen de andere dansers Antončič, in net zo’n fantasievolle kostuums. Zonder dat je er erg in hebt verdreef helder wit licht ondertussen de oranje waas van het podium. Met z’n vieren, of twee per twee, hernemen ze nu figuren die Antončič solo al aanzette. Zo leven José Paulo dos Santos en Lav Crnčević zich uit als twee paarden, en voert Nassim Baddaq plots een headspin uit. Het meest herkenbaar is de rondedans, als een Breughel tafereel. Crnčević voegt daar vogelgefluit aan toe. Dan verschijnt ‘Inverno’ (Winter) op de achterwand. Op de ijle, trage klanken van een viool voeren de vier mannen een soort hinkstapdans uit: met één been landen ze zwaar op de grond, terwijl ze het andere been achteruitwerpen, keer op keer. Zo stappen ze altijd maar sneller rond, tot ze in een werveling om elkaar heen draaien en weer uit elkaar drijven. Het is één van de meest uitgesproken choreografische figuren van de avond.

     De intensiteit van de vertolking neemt je moeiteloos mee in de verbeelding van de danser. 

Deze lange expositie van het dansmateriaal van deze voorstelling eindigt verrassend. Lav Crnčević en José Paulo dos Santos blijven als enigen op het podium over. Ze komen van achter naar voor met nadrukkelijke stappen. In geen tijd ontstaat een tapdans/hiphop concert, met steeds virtuozer getrappel. Ik meende er, naar het einde, het ritmische patroon van het openingsconcert ‘Primavera’ (lente)  van de ‘Vier jaargetijden’ in te herkennen. De dansers krijgen er een opendoekje voor. Meteen daarna vertrekt de muziek van Vivaldi definitief.

De basisfiguur van de dans is vanaf nu een acht die de dansers, vaak synchroon en op één lijn, aflopen over de vloer met plechtig geheven armen. De variaties op die figuur zijn eindeloos en worden ‘verlucht’ door vele kleine tussenscènes en details. Sommige zijn maar al te herkenbaar: Antončič die een lastige mug met een welgemikte klets op zijn kaak wegjaagt tijdens ‘Estate’, of de ‘dronken’ headspins van Nassim Baddaq. Als het winter wordt zie je ze allemaal verkleumd over de vloer schuifelen of uitgelaten schaatsen. Doorgaans zijn de bewegingen echter minder expliciet illustratief: het zijn accenten, parallel met de verhalende accenten in de muziek, die bovenop die ene, eindeloos doorgaande achtbaan komen. Veertig minuten lang.

De voorstelling eindigt in mineur, al is dat met een prachtig beeld. Tegen de achterwand komen de witte, verfrommelde doeken omhoog die daar al die tijd lagen te wachten. De TL-buizen achter de doeken en oranje stralers onderin creëren een feeërieke illusie. Tot een stem het gedicht ’We, the salvage’ (‘Wij, de redding’) van Asmaa Jama voorleest. Het gedicht roept een wereld op die ten onder gaat aan een verschroeiende zon, waar leven onmogelijk geworden is.  We weten inderdaad dat de vier seizoenen, de eeuwige cyclus van leven en dood zoals we die ooit kenden, , doorbroken raakt door de klimaatverandering. We zijn veel verloren sinds Vivaldi zijn muzikaal gedacht schreef.

(Op 18 en 19 juni is de voorstelling ook met een live uitvoering van Amandine Beyer en Gli Incogniti te zien in Concertgebouw Brugge.)

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login