Women in Troy, as told by our mothers Dood Paard

Vrouwen over Griekse vrouwen

                                  Bij de Oude Grieken hadden vrouwen het niet voor het zeggen. Zelfs als het ging over het tragische lot van vrouwen in de Trojaanse Oorlog als Briseïs, Kassandra, Hecuba of Andromache voerden mannen als Homeros of Euripides daarover het woord. In ‘Women in Troy, as told by our mothers’ keert de Portugese theatermaker en -auteur Tiago Rodrigues de zaken om: bij hem vertellen de moeders van de vier acteurs op het podium deze verhalen. Het verband met het heden ligt voor de hand: er zijn vandaag oorlogen te over waar moeders het slachtoffer van zijn.        
Women in Troy, as told by our mothers
Johan Thielemans Houtdok Gent, in het kader van het All Greeks Festival NTGent meer info download PDF
11 juni 2024

Dat geldt zeker voor de Oekraïense Alesya Andrushevska: deze actrice sloeg met haar kinderen op de vlucht na de inval van de Russen en belandde zo in Nederland. Nederlands is ze nog niet machtig, Engels wel. Reden waarom de voorstelling in het Engels speelt, met boventitels weliswaar. Misschien niet zo’n gelukkige oplossing, maar het taalgebruik blijft wel eenvoudig. Rodrigues, zo blijkt uit een interview, is ook slechts een eenvoudig Engels machtig.

Dood Paard koos bij de enscenering van de tekst voor een vrij vlakke lezing van de tekst. Dood Paard doet inderdaad niet aan ‘theaterspelen’: bij hen staat de acteur als persoon centraal. Dat leidt hier echter vooral tot braaf verteltheater. (Paradoxaal is wel dat één van hen, Kuno Bakker, door zijn fleurige kostuum toch als toneelfiguur, dus niet als zichzelf, verschijnt. Idem voor Tomer Pawlicki, die zijn mantel van schapenvacht vele keren aan- en uittrekt. Het geeft het spel iets dubbelslachtig).

De vier acteurs (twee mannen, Bakker en Pawlicki en twee vrouwen, Andrushevska en Manja Topper) komen op en gaan meteen op een stoel zitten om verder te knopen aan een immense lappendeken. Een typisch vrouwelijke arbeid, die suggereert dat hier gelijkheid heerst onder de seksen. Verdere actie is er niet. De vier acteurs vertellen bij het knopen wel dat ze met hun moeders over de Griekse tragedies spraken. Foto’s van die moeders  verschijnen op een scherm achter hen. De bedenkingen en de kritische opmerkingen van deze moeders vormen de kern van de tekst. De acteurs spelen hier dus zowel zichzelf, als hun moeder of een personage uit de Griekse mythologie, met daarbij heel wat bedenkingen over de rol van de vrouw.

We horen zo het verhaal van Andromache die haar man, Hektor, niet kan overtuigen om bij vrouw en kinderen te blijven. De parallel met de toestand in Oekraïne is duidelijk. De moeder van Tomer Pawlicki leest de Ilias, en merkt dat het boek niet over Helena en Paris gaat, maar over de wrok van Achilles tegenover Agamemnoon, die hem zijn geliefde Briseïs ontnam. Het is pas als Hektor zijn boezemvriend Patroklos doodt, dat hij terug aan de strijd deelneemt.

Alesya Andrushevska’s moeder heeft het niet rechtstreeks over de oorlog, maar bezint zich over het belang van woorden. Ook zij heeft het over Helena, de schoonste van alle vrouwen. Die schoonheid bleek een vloek, want ze leidde tot de oorlog. Kuno Bakker heeft het dan over de vloek van Kassandra, die de toekomst kan voorspellen maar nooit geloofd wordt. De Kassandra van vandaag waarschuwt even machteloos tegen komende rampen als de klimaatcrisis.

    Tiago Rodrigues bevraagt de Griekse verhaalstof zo vanuit een modieus standpunt over gender.    

Pas in de laatste scène wordt de toon van het stuk dramatisch als Kuno Bakker transformeert tot Hekuba, de koningin van Troje. Na de overwinning van de Grieken is ze oorlogsbuit, maar ze zint op wraak. Bakker roept in haar voetsporen op tot weerstand. Hekuba  is  geen gedweeë, lijdende vrouw, maar een strijdster. Ze belichaamt het militante  feminisme. Maar ook zij kan de gang van zaken niet veranderen. Het is een wat problematische scène, omdat deze verhaalstof weinig bekend is, al wijdde Euripides een schitterend stuk aan haar. De voorstelling gaat echter uit van een grondige voorkennis van al deze verhalen.

Rodrigues verweeft ook  commentaren over theater doorheen de verhalen. Zo laat hij de acteurs meermaals zeggen dat we slechts een repetitie meemaken. Dat levert ook een flauw mopje op over Kuno bakker, die telkens weer een smoes verzint als hij te laat komt. Is dat een poging om toch wat lichtheid in de voorstelling te krijgen?

In ‘Women in Troy, as told by our mothers’  bevraagt Tiago Rodrigues de Griekse verhaalstof zo vanuit een modieus standpunt over gender. Zijn stelling is dat vrouwen het woord moeten krijgen als het over hen gaat. Nochtans kwamen vrouwen in de Griekse tragedies wel aan het woord, en gingen de mannelijke schrijvers toen heel genuanceerd om met de vertelstof. Daarbij vergeleken komt Rodrigues niet verder dan een aantal opmerkingen die net goed genoeg zijn voor een krantencolumn maar diepgang missen, hoezeer ze ook aansluiten bij ons tijdsgewricht. Dramatisch zijn ze ook al niet, zodat  je deze tekst, die eerder een essay is, liever zou willen lezen. Wat is er dringender dan deze goed gemeende beschouwingen over Griekse tragische heldinnen? ‘Hecuba’ spelen misschien? Het is één van de meest verontrustende teksten die Euripides geschreven heeft. Rodrigues waagt er zich aan op het komende Festival van Avignon.         

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login