Opera

Cassandra Bernard Foccroulle

Predikers in de woestijn

Velen denken bij Bernard Foccroulle aan de sublieme vertolker van de orgelmuziek van Bach of aan de voormalige, gedreven directeur van de Munt en het operafestival van Aix-en-Provence. Het zal als een verrassing komen dat hij ook een veelzijdige componist is. Hij wilde een opera schrijven over een hedendaags probleem en vond in het verhaal van de mythologische Cassandra een perfecte echo voor de discussie rond de klimaatproblematiek. Foccroulle plaatst haar naast een hedendaagse wetenschapster, Sandra, die ook in de woestijn predikt. Het levert een kleurrijke partituur op, vol heerlijke zangpartijen. 

Cassandra
Johan Thielemans De Munt, Brussel download PDF
13 september 2023

Bij de Grieken was Cassandra, dochter van Troje, een zienster. Haar gave kreeg ze van rokkenjager Apollo, maar toen ze weigerde om met hem het bed te delen was zijn straf pervers: hij spuwde haar in de mond zodat niemand nog haar woorden zou geloven. Ook niet toen ze de ondergang van de stad Troje voorzag, of de moord op Agamemnon van Mykene. Ongeloof was voor altijd haar deel.

Foccroulle voegde samen met librettist Matthew Jocelyn een hedendaags verhaal aan de mythe toe. Sandra is een milieuactiviste, die met haar wetenschappelijke onewomanshow ‘Noem me Cassandra’ vruchteloos waarschuwt tegen de komende natuurrampen. Zij ontmoet Blake, een classicus - een wat overbodig detail, alsof de aanwezigheid van het mythologische verhaal dit brugje nodig heeft.

Blake en Sandra vormen een paar maar Sandra wil geen kinderen krijgen. Een centrale scène in de opera bestaat uit een familiereünie, waar haar jongere zus Naomi verklaart dat ze zwanger is en Sandra op tegenstand stoot van haar ouders tegen haar activisme. Dat contrast moet er wellicht op wijzen dat een te radicale sociale inzet in de weg staat van het moederschap. De zwangerschap van haar zus Naomi is dan het bewijs van een optimistisch geloof in de toekomst.

Het punt is of Cassandra ooit gezwegen heeft. In de Oresteia van Aeschylus is dat alvast niet het geval.

Als ook Blake besluit om activist te worden loopt het mis. Het schip waarmee hij naar Antarctica vaart (van Greenpeace – al wordt dat niet zo uitdrukkelijk gezegd) vergaat. Sandra blijft verslagen achter en krijgt het gezelschap van de mythologische Cassandra. Er is geen god meer in het spel, zegt Cassandra, er kan dus niemand in je mond spuwen. Sandra zal haar stem behouden. 

Het punt is of Cassandra ooit gezwegen heeft. In de Oresteia van Aeschylus is dat alvast niet het geval – en de Oresteia is een tragedie die de makers van Cassandra graag bij hun betoog betrekken. Een andere vraag is of er nu wel iemand naar Sandra luistert. Je komt niet verder dan dat de wereld naar Sandra zou moéten luisteren – haar frustrerende situatie heeft daarvoor noch een god, noch de mythologie nodig. Zo eindigt het libretto op een dubbelzinnige manier. Misschien kan je dat begrijpen als een open einde, met een mogelijk goede afloop. Tenminste als het publiek in de zaal de les van de opera in daden omzet.

Om die les kracht bij te zetten gebruikt Foccroulle een sterk scenografisch element. Drie keer zien (en horen) we bijen. Eerst gaat het over grote zwermen. Bij hun tweede verschijnen zijn er nog maar vijftien. Als finaal beeld zien we er nog vijf in de weer. Het toont het verdwijnen van een belangrijke, essentiële soort. Het is een dringende waarschuwing aan het publiek, want zonder bijen kunnen we niet.

In het libretto zitten een paar zwakheden. De scènes zijn niet scherp genoeg geschreven waardoor bijvoorbeeld het grote familiefeest gaat slepen. De personages hebben ook iets te weinig vlees aan de botten, zodat de liefdesgeschiedenis tussen Sandra en Blake wat bleekjes overkomt. Ze spreken te veel in slogans, en komen niet tot echte gesprekken. Het verhaal gaat over verontwaardiging maar het libretto vergeet om een antagonist te introduceren.

Daar staat tegenover dat de partituur van Foccroulle rijk aan kleuren is. Het orkest is uitgebreid met een zeer omvangrijk slagwerk, waarbij een marimba een speciale functie krijgt. Foccroulle grijpt misschien iets te vlug terug naar lange noten die tot enig verlies aan spanning leiden. Maar hij heeft een meeslepend inzicht in het spectrum van het orkest. De stijl van de partituur doet me denken aan muzikale wereld van de Italiaan Luciano Berio, een grootmeester die Foccroulle bewondert. Beiden houden van genereuze klankconstructies. Komt daarbij dat je zonder moeite hoort dat Foccroulle tot de muzikale beweging behoort van de betreurde componist Philippe Boesmans die vorig jaar overleed.

Foccroulle heeft heerlijke partijen voor de vele stemmen geschreven. De rollen worden uitstekend gezongen, maar dat is geen verrassing omdat Foccroulle als geen ander kan kiezen uit de juiste stemmen. Zo is er de dramatische – zeg maar tragische vertolking van de sopraan Katarina Bradic als Cassandra. In de bariton Joshua Hopkins heeft ze een krachtige tegenspeler – iemand met gezag die wraak neemt als hij het onderspit moet delven. Haar hedendaagse tegenpartij Sandra vraagt een breed spectrum aan emoties: Jessica Niles is opstandig, kwaad en lief. Als Sandra haar onewomanshow ten beste geeft, ontpopt ze zich tot een crowdpleaser die een vijandig publiek aankan. Foccroulle zette immers een deel van de luidruchtige klimaatontkenners tussen het publiek, wat een ogenblik vol politieke spanning oplevert.

Als in de laatste scenes Cassandra en Sandra naast elkaar staan, krijgen ze als een geschenk van de componist een zeer mooi, doorvoeld duet te zingen. De rol van Blake wordt dan weer uitstekend vertolkt door tenor Paul Appleby. Hij maakt de grootste evolutie door: van intellectuele classicus tot activist. Indrukwekkend is ook Gidon Saks met een welluidend basgeluid. Hij heeft een sterke aanwezigheid en is ironisch, zelfs cynisch al dat zo moet. Voor het koor schreef Foccroulle schreef al even meeslepend.

Met deze ‘Cassandra’ ontdekt het publiek een inventieve partituur. Ze spettert in een complexe structuur, hier verdedigd door de Japanse dirigent Kazushi Ono. Terwijl zijn kwaliteiten buiten kijf staan heeft zijn optreden ook een nostalgisch kantje. Het was immers Foccroule die hem als onbekende dirigent in de jaren negentig van de vorige eeuw naar de Munt haalde. Dat was het begin van een schitterende carrière. Hem terug in de orkestbak zien voegt emotie toe.

Het libretto mengt de verschillende tijdsmomenten door elkaar. Dat is een mooie opdracht voor een regisseur. Marie-Eve Signeyrole heeft een erg soepele regie ontwikkeld, waarbij videoprojecties (Artis Dzerve) een belangrijke rol spelen. Op de beelden tegen de achterwand zien we vaak de natuur: uitvergrote bloemen, en natuurlijk de bijen. Bij het begin van de voorstelling zien we de muren van Troje, die dankzij een projectie plots worden omgetoverd tot een bibliotheek. Maar wanneer Troje ten onder gaat, stort de stadsmuur in elkaar. Het is een verrassende opeenvolging van een illusie en het concrete. Het zet de toon voor een scenische aanpak die subtiel met de verschillende periodes speelt.

Cassandra is een nieuwe opera die indruk maakt. Hij wil meer zijn dan een esthetisch gebeuren, en het publiek confronteren met een dringende problematiek in het nu. Het is een werk waar voor de operaliefhebber veel te genieten valt, terwijl het publiek ook als burger wordt aangesproken. Een geslaagde politieke opera, zeg maar.

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login