Performance

Tongo Saa (Rising up at night) Nelson Makengo

God, waterellende en elektriciteit in Kinshasa

                                  Wie zich bij expanded cinema inbeeldt dat er duizend bommen en granaten in de zaal ontploffen moet ik teleurstellen: bij de vertoning van de film ‘Tongo Saa’ van Nelson Makengo flikkert af en toe feestverlichting, dwarrelt er een rookpluim door de zaal of zie je boven het projectiescherm onleesbare beelden op de muren van de Brigittinekapel . Tot daar de expansion. Toch weerspiegelt die onzeker flikkerende verlichting wel het claustrofobische, zelfs panische gevoel dat de bewoners van Kinshasa bekruipt die het na overstromingen maanden zonder stroom moeten stellen. ‘Tongo Saa’ is een ontstellende documentaire over hoop en doorzettingsvermogen tegen beter weten in.        
Uitgelicht door Pieter T’Jonck
Tongo Saa (Rising up at night)
Pieter T’Jonck Les Brigittines, Brussel, in het kader van Kunstenfestivakdesarts 2024 meer info download PDF
24 mei 2024

Over Kinshasa weet ik niets meer dan wat David Van Reybrouck erover meldt in zijn boek ‘Congo’, dat alweer van vijftien jaar geleden dateert en bovendien het enorme gebied van de  ‘democratische’ republiek bestrijkt. Daardoor komt het beginbeeld van ‘Tongo Saa’ (‘Bij nacht ontwaken’) al aan als een schok. Een prauw glijdt over het water langs huizen, alsof je in Venetië was. Licht is er evenwel niet en grandeur nog minder: dit is een sloppenwijk onder water staat en van stroom verstoken is.

De ware toedracht volgt al snel: hele volkswijken van Kinshasa stonden op het moment dat de film geschoten werd blank. Het water stond tot een meter hoog, zonder dat de overheid zich daarover bekommerde. Mocht het hier gebeuren, het land stond op stelten (al bleek na de rampzomer van 2021 dat die aandacht kort van duur is).

Terwijl de camera glijdt over de daken van zo’n grauwe, nauwelijks verlichte stadsdelen hoor je berichten over de bouw van een reuzenstuwdam, Inga III, die niet alleen heel Congo, maar zelfs naburige landen van stroom zou kunnen voorzien. Tot berichten volgen dat het project afgeblazen of gewijzigd werd bij gebrek aan middelen of onenigheid tussen de investeerders. Van Reybrouck indachtig lijkt dat het lot van het land: het is schandalig rijk aan grondstoffen en middelen, maar omdat het de speelbal is van buitenlandse machten blijft het gros van de Congolezen verstoken van de opbrengsten ervan.

Daar spreekt deze documentaire echter niet over. Ze speelt zich af aan de vooravond van Kerstmis en Nieuwjaar. Marktkramers slaan een slaatje uit de lichtarmoede die de wijk treft. Een lokale gemeenschap probeert ondertussen de middelen bijeen te harken om een betrouwbare stroomtoevoer te organiseren. Dat gaat niet van een leien dakje. Het zijn de vrouwen die de centen beheren, maar niet iedereen komt snel over de brug. Tellen blijkt ook een hele opgave. We zien mensen die nauwelijks opleiding genoten hebben.

Los van die actie vuurt een lokale priester dezelfde gemeenschap aan om te vertrouwen op God. Die zal hen verlossen van de duisternis. Zijn gelovigen dragen bloemenharten, verlicht met LED lampen. Zijn opjuttende preken dragen echter niets bij tot het concrete doel om de stroomtoevoer te herstellen. Ze helpen de gelovigen evenmin om te analyseren waarom de overheid mensen zo verregaand in de steek laat. Hij preekt dat Jezus een zwarte man was en dat zijn bloed, dat vloeide op Congolese bodem, redding zal brengen. Godsdienst is hier opium VAN, niet VOOR het volk.

    Ondertussen passeren over het donkere, grauwe scherm – het halfduister is permanent aanwezig – hartverscheurende beelden.    

Ondertussen passeren over het donkere, grauwe scherm – het halfduister is permanent aanwezig – hartverscheurende beelden. Mij bleef vooral de vrouw bij die haar huis niet wil verlaten, en daarvoor aanvaardt dat ze dag in, dag uit in haar huis tot ver boven haar knieën door het water moet waden. Haar gelatenheid bekampt ze met wanhopige vastberadenheid. Zelfs haar zoon, die al lang veiliger oorden opzocht, kan haar niet op andere gedachten brengen. De enige die er – tot op zekere hoogte dan toch – de lol van inziet is het veel jongere dochtertje. Net zo schrijnend is het verhaal van de vrouw die nek en bek brak doordat ze kuilen in de weg, bij gebrek aan licht, niet zag, en niet het geld heeft om een fatsoenlijke behandeling te betalen. Het is verbijsterend dat een overheid mensen in die mate aan hun lot kan overlaten, terwijl radioberichten er telkens weer aan herinneren hoe rijk aan elektriciteit (en niet alleen daaraan) Congo is.

Aks je al lang denkt dat de buurtactie op niets zal uitdraaien komt, op het einde van de film, de lang verhoopte stroomkabel er toch door de samenwerking van alle buurtbewoners. De mannen zijn nu aan zet om de sleuf voor de leiding te graven. Waarop de priester weer zijn bezwerende praatjes begint over de Heer die dit alles mogelijk maakte. Niet dat hij een concrete bijdrage leverde aan de oplossing. De man lijkt vooral door zichzelf bezeten.

Als je vanuit een Westers perspectief naar dit verhaal kijkt, dan zie je een hopeloos naïeve, en zeker niet zo slagkrachtige gemeenschap, die zich dan ook nog door religieuze bakerpraatjes in de luren laat leggen. Je houdt er dan wel geen rekening mee dat deze mensen een lange eeuw van uitbuiting en verwaarlozing achter de kiezen hebben. Ze hebben nooit ervaren dat iemand, een overheid bijvoorbeeld, zich om hen bekommerde. Integendeel: het ging ook na onafhankelijkheid van kwaad tot erger tot onvoorstelbaar erg. Wie zou dan nog geloven dat politieke actie effect kan sorteren? 125 jaar Verelendung, dat hakt erin. Als je van iedereen verlaten bent, wordt God de laatste reddingsboei.

Wat deze film toch hartverwarmend maakt is dat de groep mensen die we in deze film volgen toch, op eigen initiatief, uit het duister weten te komen. Zonder God. Zonder overheid. Zonder kapitaal. Zonder opleiding. Zomaar. Het is een wonder waar God niet aan kan tippen. Een wonder dat je, als West-Europeaan, ook met diepe schaamte belaadt. Voor de huidige gang van zaken in Congo zijn we dan misschien niet meer zo verantwoordelijk, maar het stramien werd door ons wel uitgezet. 

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login