Performance

Candide Björn Floréal & Laurens Aneca

Not such a candid camera

Je bent nooit te oud om te leren, maar het is wel een gekke ervaring om in een theater aan de weet te komen dat tiener- en twink-porno een mainstream genre is op het internet. De formule komt erop neer dat volwassen pornosterren voor de camera poseren als dociele minderjarigen. Björn Floréal en Laurens Aneca bouwden er de voorstelling ‘Candide’ rond. Floréal en Tim Bogaerts demonstreren hoe dat in zijn werk gaat. Maar waarom we dat zouden moeten zien op een podium maken ze niet duidelijk. 

Candide
Pieter T’Jonck Atheneum Oostende, in het kader van TAZ 2023 meer info download PDF
28 juli 2023

De twee spelers liggen in elkaar gezakt tegen elkaar aan tegen de achterwand van het podium. Ze dragen beiden een wit hemd en een losjes geknoopte, gestreepte das, met daaronder slechts een onderbroek en kousen. Hun gezicht blijft verborgen achter een slordig uit karton geknipt, blauw geverfd masker. Kettingen die neerdalen vanaf het vakwerk boven het podium zijn rond hun lijf gewikkeld. Her en der op het podium staan grillige objecten in keramiek. Wat vooral opvalt is de camera vooraan op het podium. Een stroboscoop werpt felle lichtflitsen op het wat bizarre tafereel.

Zonder uitleg ontwaken de mannen vervolgens uit hun lethargie. Bogaerts trekt schoenen aan en loodst Floréal naar de camera. Hij begint hem in het Engels te ondervragen terwijl hij hem filmt. Die ondervraging volgt duidelijk een scenario. Floréal moet voorwenden dat hij een minderjarige wees is, en mag zijn echte naam niet gebruiken.

Bogaerts noemt hem ‘Kendeed’, een Engelse verbastering van het Franse candide. Dat betekent zoveel als openhartig, maar vooral ook naïef. Het woord betekent precies hetzelfde in het Engels, maar de ironie is dat het daar vaker een verborgen camera aanduidt. ‘Candid camera’ filmt mensen buiten hun medeweten om ze figuurlijk in hun blootje te zetten. Hier gebeurt dat letterlijk, én met instemming van het ‘slachtoffer’.

Floréal doet gespeeld besmuikt en onwennig mee met het spel, maar laat al snel elke gêne varen. Hij vertelt bijvoorbeeld over de groeibevorderende hormonen die hij inspuit in zijn buik. Hij toont die ook gewillig. Het wordt allemaal op de achterwand geprojecteerd. Zo merk je de verbluffende impact van de camera op de beleving. De wat onhandige jongen op het podium wordt in close-up een fascinerende figuur.

Op het scherm zijn zijn bekentenissen ook overduidelijk een spel. Een hitsig spel dan wel. Daarop volgt een opmerkelijke breuk: Bogaerts houdt plots op met filmen om zijn poulain min of meer te verkrachten, al biedt die wel heel weinig weerstand. Dat gebeurt echter live op het podium. De camera speelt daarin geen rol van betekenis meer. Het ziet er plots allemaal een stuk knulliger uit, want van een echte daad is geen sprake. Het is doen alsof.

‘Candide’ verwijst natuurlijk ook Voltaires gelijknamige roman uit 1759. Hij steekt daarin de draak met Leibniz’ idee dat we in de beste van alle mogelijke werelden leven, ondanks de schijn van het tegendeel. Zijn hoofdpersonage Candide ondervindt met schade en schande dat daar niets van klopt. De conclusie van het boek is dat we beter voor onszelf zorgen dan te wachten op de Goddelijke Voorzienigheid. Voltaire vatte het kernachtig samen in de zin ‘Il faut cultiver son jardin’.

Aneca zinspeelt daarop als hij Floréal opdraagt: ‘Il faut cultiver son plaisir’. Dat is geen kleine betekenisverschuiving: ze vervangt de idee van zingeving door die van synthetisch hedonisme, van rollenspellen zonder einde, met een licht pervers kantje. Misschien was ‘Justine’, naar Markies de Sades beruchte roman die enkele decennia na ‘Candide’ verscheen, wel een betere titel geweest?

Dat gevoel krijg je in elk geval bij de volgende scènes. Er volgen kostuumwissels, en ook de rollen wisselen. Floréal wordt de meester van het spel en Bogaerts zijn hondje. Floréal voert ook een ironische zelfkastijding met een preistengel op. Vervolgens amuseren beiden zich nog met een overheadprojector. Floréal geeft een paar quasi-naïeve balletpasjes ten beste in het licht ervan. De spelers vliegen elkaar ook nog een paar keer aan. Een oorverdovende soundtrack van zwaar dreunende orgeltonen versterkt die ‘hoogtepunten’. Het rollenspel eindigt terug met stroboscoopflitsen. Je moet ergens mee eindigen wellicht?

    Het verwondert je ook al snel niet meer dat zo’n scenario’s op het internet circuleren. Het omgekeerde zou vreemder zijn.     

Wat de voorstelling wil laten zien is zo tamelijk duidelijk. Het verwondert je ook al snel niet meer dat zo’n scenario’s op het internet circuleren. Het omgekeerde zou vreemder zijn. Maar wat me duister bleef was waarom de makers vinden dat we dit moeten zien.

Vinden ze het zelf spannend? Dat blijkt niet uit de nogal rommelige, zelfs klungelige verbeelding van de seksscènes die de camera niet consequent inzetten. (De vergelijking met ‘Dont clap for crap’ van Vincent Riedijk en Nica Rosès op julidans, dat Daphne Deroo hier onlangs besprak, spreekt daarin boekdelen). Of willen ze een  inzicht bieden in de internetcultuur van deze tijd. Dan hadden ze kunnen  volstaan met de eerste twintig minuten. Waarom die stukken keramiek op het podium stonden begreep ik al helemaal niet. Een sterkere dramaturgie had hier uitkomst kunnen bieden, maar die miste ik node. 

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login