Performance

La nuit tombe quand elle veut Latifa Laâbissi en Marcelo Evelin

Trip zonder trance

Het startte veelbelovend, met sprookjesachtige belichting, een intieme sfeer, en muziek die je vervoert. Maar ‘ La nuit tombe quand elle veut’ kon de verwachtingen niet waarmaken. Het werd een egotrip voor drie performers. Het publiek zat erbij en keer er (wat verveeld) naar. 

La nuit tombe quand elle veut
Mia Vaerman De Kriekelaar / Kaaitheater meer info download PDF
17 maart 2023

De titel van de voorstelling leenden de makers van een gedicht van Marie Depussé, Franse schrijfster en psychoanalytica die in 2017 overleed. Hij spreekt mooi uit hoe de nacht alle tijdsregels loslaat. Marcello Evelin ziet er de verschillende gedaanten van de nacht in gekristalliseerd: een donkere, clandestiene toestand, ‘ … een nacht die niet geregeld wordt door de avondklok, maar door ons verlangen om samen dingen te doen’.

De setting bij het binnenkomen is ook al uitnodigend: zwarte gordijnen dekken de rechthoekige ruimte af. Daartegenover staan stoelen opgesteld voor het publiek. Over de vloer verspreid liggen stukken schuimrubber waarop je ook mag plaatsnemen. Middenin zitten de twee choreografen, Latifa Laâbissi en Marcelo Evelin, en muzikant/componist Tomas Monteiro, op krukjes te wachten. Ze dragen een oplichtend gewaad met schubben, gemaakt van parelmoerkleurige, iriserende plastic plaatjes geniet op gaas. Het bedekt ook hun gelaat. Je ziet alleen parelmoer schitteren, naakte lijven die er wat onder uitsteken, en opvallend grote, zilveren ringen aan hun handen. Een ritueel kostuum. Overal op de dansvloer lichten hoopjes van hetzelfde glinsterend materiaal op. Capes met schubben wachten her en der voor toeschouwers die intenser mee willen stappen in het avontuur.

De Braziliaanse choreograaf Marcello Evelin is hier geen onbekende. Sinds 2012 toonde hij op het Kunstenfestivaldesarts al vijf voorstellingen. Hij woont afwisselend in zijn thuisland en in Amsterdam. Zijn dans is rauw en direct, zonder franje. Het tegendeel van bevallig. Ze breekt met de zelfzekerheid van de hedendaagse dans. Ook Latifa Laâbissi was hier al vaker te zien. Vanuit een reflectie over identiteit en voorstellingsformats kwam ze ertoe genres door elkaar te halen. Sinds ze in 2008 haar compagnie Figure Project stichtte werkte samen met onder andere Antonia Baehr, Manon de Boer, Boris Charmatz. Vandaag is ze artistiek directeur van Extension Sauvage, een artistiek en educatief programma én festival in Rennes (Frankrijk).

De twee choreografen kenden elkaar voor deze perfomance niet persoonlijk, maar voelden een soort verwantschap. Toen ze gingen samenwerken was hen meteen duidelijk dat het resultaat geen standaard show van vijftig minuten zou worden. Ze wilden een tijd van aandachtig luisteren delen. Zo ontstond het idee van een wake. Laâbissi gelooft niet langer in een theater dat het publiek vertelt wat het moet denken of hoe het moet dromen. ‘Kunst maken betekent voor mij mensen uitnodigen om een tijd te delen waarvan we niet precies weten hoe die eruit ziet’, vertelt ze. ‘Dingen worden overgedragen van lichaam tot lichaam, van verbeelding tot verbeelding’.

De zaal gonst die middag van verwachtingen

De choreografen vroegen zich dan af hoe ze de lichamen van de toeschouwers op die van de performers zouden kunnen betrekken, zonder ze een plaats toe te wijzen.  Hoe ze laten bewegen in een ontvangstruimte die geen ‘podium’ is? ‘Vibreren’  heten ze dat. Het afwisselend zacht en fel oplichtende decor van Nadia Lauro helpt alvast wonderwel: de contouren van de ruimte en de manier waarop ze de aanwezigen met elkaar verbinden, schept magie. De boeiende soundscape van Tomas Monteiro geeft de sfeer mee vorm. Tussendoor ‘zingt’ hij ook met zijn theremin: een elektronisch muziekinstrument dat bespeeld wordt door twee handen die zich tussen twee antennes bewegen.

Op die manier zullen we samen - spelers en publiek - de nacht doorkruisen. Dat is tenminste de bedoeling. Een gezamenlijk doorwaden van de tijd tussen zonsondergang en zonsopgang, ondergedompeld in een soort van gedeelde riten en drank (glaasjes en flessen Braziliaanse sterke drank staan klaar om uit te schenken). ‘Mensen zijn vrij om in slaap te vallen, te dromen, te lachen, te huilen...’ geeft de choreografe nog mee in een interview.

De zaal gonst die zondagnamiddag van de verwachtingen. Evelin en Laäbissi beginnen te zingen en te schudden zonder hun krukken te verlaten. Dan gaat één van hen huilen. Ondertussen weerklinkt een Italiaanse tekst ­ een klaagzang?­ afgewisseld met doffe geluiden. Wordt dit een soort bezwering? Alleen hun handen bewegen, sierlijk en uitdrukkelijk. De bewegingen herhalen zich telkens terwijl het lamenteren minutenlang aanhoudt. Wel aangenaam aanvankelijk - ik voel me in het gebeuren opgaan. Dan gaat Evelin naar voor en achter wiegen, als bij een gebed. Het licht wordt sterker, met kleuren die oplichten uit de lichtgevende kluitjes op de grond.

Nu beginnen ze vrolijk te kwetteren. Als vogels bij zonsopgang. Op de achtergrond klinken gregoriaanse gezangen, ondersteund door de theremein. Ze lijken met z’n drieën op kaarsen waar het gesmolten vet weelderig van afgedropen is. Dat hoort ook bij de feestelijke stemming. ‘I want to go to the moon’ begrijp ik. Vele talen zullen aan bod komen. Om me heen zie ik iedereen afwachtend kijken. Iemand trekt de parelmoeren cape over zijn schouders, en dan nog iemand. Een ander schenkt glaasjes in. Weer volgt een bezwerende toon, weer gehuil, de muzikant fluit (een naroep-gefluit), Evelin begint te janken als een wolf. ‘Non Ho L’eta’, het lied waarmee Gigliola Cinquetti in 1964 het Eurovisiesongfestival won. Opeens resoneert het spektakel als een drukke markt in een of ander exotisch land. Laäbissi roept een toeschouwer bij zich, speelt even met diens hand.

Dan gaat Iemand verder achterin zitten. Waar gaat dit feërieke schouwspel naartoe?. Het lijkt of ze vooral voor zichzelf de trance opzoeken. Iemand gaat languit op de kussens liggen. In slaap vallen lukt niet vanwege het lawaai. Indianengeroep. Iemand gaat weg. Het wordt donker. Zware bassen weerklinken. ‘Summertime’ op repeat. Ze staan met z’n drieën op nu, zetten iets van een dansen in, delen drank uit, lopen tussen de toeschouwers. Dan volgt een lange Franse tekst die wordt afgespeeld. Het klinkt als de crux van de performance, maar niet alles is te volgen - daarvoor komen er teveel ander geluiden tussen. ‘Ceux qui ont tordu leur cou et qui ont cassé leur corps, ceux qui…’ Een gedicht van schrijver Olivier Marboeuf, verneem ik later:"Ceux qui veillent les images nègres", uit 2019.

We laten het gebeuren, maar hebben er al bij al geen deel aan.

Een vrouw in het publiek legt haar hoofd op de schouder van haar vriend. ‘Ceux qui tremblent sur la musique…ceux qui hurlent’. De sterke drank voelt warm in mijn slokdarm. De choreografen dansen en springen nu. Ik trek de kleurige plaatjes over mijn schouders. Sommigen beginnen heen en weer te wiegen. Even, want weer  volgt geruzie van het stel in het midden. Kwade klanken, onbegrijpelijke woorden. Evelin spreekt pardoes Nederlands: ‘Ik ben bang en ik wil gewoon vrij zijn’...Ik wil niet wachten op mijn pensioen , op verzekering en controle… Doe maar normaal’, snauwt hij tenslotte. Zij zingt ondertussen sussend. De constante afwisseling tussen controle en uitbarsting blijft duren. Engels, Italiaans, Frans, Nederlands, … We laten het gebeuren, maar hebben er al bij al geen deel aan. De soundtrack ertussen neemt ons wel telkens weer mee in een nieuwe sfeer. Iemand schaterlacht, iemand kijkt heel ernstig/streng/verveeld…

‘La Nuit tombe quand elle veut wil een avontuur zijn waarin twee flamboyante figuren de wereld bijeenbrengen en riten, maaltijden en dansen delen. Zo staat het in de begeleidende tekst. ‘Bedoeling is dat performers én toeschouwers allemaal vlammende wezens worden die de wacht houden. Een gezamenlijke trance, een helende trip, dat is het plan. ‘Lichamen die zien, opnemen, opslaan, bezinken, compileren, kannibaliseren, archiveren, begraven...  die zich laten bewonen door bezoekende geesten, leners van lichamen, lichamen die de beelden beïnvloeden en dansen, als voortvluchtige archieven...’

Maar inmiddels lijken we het wel gehad te hebben. De glinsters blijven oplichten, maar de magie sijpelt steeds verder weg. Een echte verrassing verwachten we niet meer. Word ik opeens moe door die alcohol? Iemand ligt zowaar toch bijna in slaap. Niemand kijkt nog aandachtig. Gelukkig blijft de muziekscore erg genietbaar.

Als de drie bij het applaus hun kap afzetten, staan er opeens drie mooie, uiterst expressieve gezichten voor ons. Die hadden we gemist.

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login