Toneel

De miskenden Lazarus / Günther Lesage, Greg Timmermans & Stefaan Van Brabandt

De hogere kunst van zieligheid

‘Ik ga erover ophouden!’ Keer op keer valt diezelfde stopzin in ‘De Miskenden’, een dialoog tussen twee middelmatige kunstenaars. Toch gaan ze maar door met foeteren en fulmineren op alles wat niet overeenkomt met hoe zij het zien. Wil schrijver-regisseur Stefaan Van Brabandt hier een eitje pellen met de kunstwereld? Of beoogt hij toch een bredere maatschappelijke analyse? In elk geval levert Lazarus onvervalst acteurstheater af. Het is echt heel goed gedaan. Maar mag ik er toch niet zo van houden?         
De miskenden
Wouter Hillaert Arsenaal, Mechelen meer info download PDF
02 augustus 2024

Sinds de Oostenrijkse toneelschrijver Thomas Bernhard er school mee maakte, is het zowat een genre op zich geworden: stukken waarin kunstenaars of kunstliefhebbers eindeloos lullen over kunst, over het kunstwereldje, over het lullige publiek. Vooral in Antwerpen is dit genre sinds de jaren negentig met brio beoefend, door Tg STAN, De Koe en Olympique Dramatique. Het levert tot op vandaag voorstellingen op die het kunstbedrijf bijna per definitie afdoen als lege schijn, slimdoenerij, arrivisme. Op z’n best maskeert al dat lullen vooral een afgrond van onvervuld verlangen bij de personages. Een beetje zoals rondrijden met een blitse auto, maar dan in een waas van intellectualisme. In de grond vertoont dit genre echter steevast hetzelfde patroon: kundige makers die, vaak om te lachen, hun eigen biotoop en levensvervulling doorprikken. Wat is precies hun punt?

Schrijver en regisseur Stefaan Van Brabandt heeft iets met dit genre. De jongste jaren maakte hij vooral indruk met zijn voorstellingen rond bekende filosofen, van ‘Socrates’ met Bruno Vanden Broecke tot laatst ‘Sartre & De Beauvoir’ met Sien Eggers en Frank Focketyn. Maar daaronder schuilt nog altijd de schaamteloos zelfbespiegelende maker en speler die tussen 2001 en 2010 deel uitmaakte van De Koe en daar praatgrage stukken creëerde als ‘De miserie van de jonge Werthers’ (2003) en ‘Laat op de avond na een korte wandeling’ (2009). Allebei die voorstellingen draaiden om fictieve kunstenaarsfiguren met toch heel reële besognes: twee schrijvers, de redacteur van een kunstblad, een aanstormend talent in de abstracte kunst… Hun ellenlange causerieën over leven en werk lieten geen steen niet omgekeerd.

Vijftien jaar later is het in ‘De Miskenden’ niet anders. Dit keer draait het om een kunstdocent en zijn ex-leerling, opnieuw met zeer gemiddelde Vlaamse namen: Mark Vanneste en Kris D’Hondt. Allebei zijn ze beeldend kunstenaar, maar geen van beiden heeft het gemaakt. Geen expo’s, geen aandacht, geen geld uit de verkoop van hun werk: in alle betekenissen zijn ze ‘alleenstaand’. Kris (Greg Timmermans) is simpelweg te bedeesd om zich te handhaven. Mark (Günther Lesage) moet het al jaren hebben van ‘zijn vroege periode’, met twee conceptuele spiegelsculpturen op rotondes in Deinze en Overijse. Op het ene werk staat in grote letters ‘waarheen?’, op het andere ‘waarom?’. Het zijn precies die vragen waar ze nu zelf aan onderworpen zijn. Als gevangenen in hun cel. Als puppies achter hun staart. Hun maandelijkse rondje bespiegelen over kunst en leven blijft maar rondjes draaien.

Die eeuwige herhaling is geen bloedarmoede bij de schrijver. Het is een strategie die bij het genre hoort.    

Die eeuwige herhaling is geen bloedarmoede bij de schrijver. Het is een strategie die bij het genre hoort, om de gapende leegte voelbaar te maken. Mark en Kris hebben maar een paar platen in hun kast zitten en draaien die grijs. Dat het allemaal ‘pseudo’ is in de kunsten. Dat het niet meer draait om talent, maar om wie je kent. Dat het publiek geen smaak heeft en louter verstrooiing wil. Dat het kunstonderwijs vol leeghoofden zit. Dat de echte kunstenaar per definitie een buitenstaander is. Enzovoort. ‘De Miskenden’ is een verbaal stuk muziek met platitudes als refrein en tussenin heel veel noten op zijn zang. Hoe langer die noten worden uitgelengd, hoe zieliger de zangers worden. Eigenlijk is het een hogere kunst: hoe maak je je personages vervelend zonder dat ze gaan vervelen? Van Brabandt beheerst die kunst als geen ander. Voortdurend flirten zijn dialogen, zelfs zijn hele stuk, met de grenzen van overdaad en herhaling.

Timmermans en Lesage tonen zich de gedroomde tegenspelers van die karikaturale inzet, door net sterk op het detail te spelen. Met uitgestreken smoelen zitten ze aan weerszijden van Marks keukentafeltje. Niks in de handen, niks in de mouwen. Achter hen hangt enkel een wit schildersdoek, waarvoor Lesage de hele voorstelling lang zijn verfborstel in stelling brengt, om nooit tot één veeg te komen. Het is de perfecte samenvatting van hun eigen acteren. Beide spelers stellen elke dramatische uitbarsting bewust uit en houden het canvas van betekenis zo lang mogelijk open. Ze spelen op naturel, op suggestie tussen de lijnen. Het effect is knap. Hoe sterker Kris benadrukt dat zijn leermeester een grote naam is, hoe onbeduidender hij wordt. Hoe vaker Mark herhaalt dat hij bewondert dat zijn ex-leerling blijft geloven in zijn eigen talent, hoe meer je dat talent in twijfel gaat trekken.

Zo wordt ‘De Miskenden’ vanzelf een schoolvoorbeeld van ironie: het drijft volledig op de geestige afstand tussen wat gezegd wordt en wat het betekent. De personages staan daar heel naïef in, onschuldig als een wit doek, terwijl de spelers er zich juist uiterst bewust van zijn. Het levert een masterclass op in toetsen aanbrengen zonder ze echt te zetten. Een masterclass in lullen met subtekst.

Veel kunde dus in ‘De Miskenden’. Maar waartoe? Waar zijn Van Brabandt en zijn spelers op uit? Ook al zijn hun spreekbuizen in het stuk zielenpoten, we lijken hun uitspraken over kunst soms toch serieus te moeten nemen. Wanneer Kris bijvoorbeeld in een lange rede zijn lagere sociale afkomst inroept als verklaring voor zijn blijvende sociale onvermogen in het kunstmilieu, lijkt dat ook een mededeling van de schrijver zelf. ‘Alles wat mij dierbaar was en waar ik plezier aan beleefde, was minderwaardig. Samen met het gezin meezingen met Tien om te Zien en met een sticker van VTM op de achterruit van onze Toyota in het weekend naar optredens van Bart Kaëll en Clouseau: daar schaamde ik mij nu ineens voor!’ De voorstellingen maakt hier een klasseanalyse van het artistieke milieu die veel breder gaat dan deze specifieke personages. Moeten we dan ook al hun sneren over ‘triviale ego-anekdotiek’, ‘kunstvedetten’, ‘Klara-gepensioneerden’ of ‘prefab-cultuur’ eigenlijk begrijpen als verdoken kritiek van de makers zelf?

Het hoort bij het genre van het kunstlullen dat het antwoord gewoon aan de zaal gelaten wordt. Makers stoppen zich weg achter hun personages en smokkelen er stiekem van alles in dat ze zelf ook eens gezegd willen hebben, maar zonder dat het ook zo direct overkomt. Dat maakt alle tirades in deze voorstelling heel dubbel. Maar precies op die dubbelheid gaat het genre prat. Het is erg, maar toch niet ernstig.

Wat doet dat met een mens, kunstenaar of niet, om opzijgeschoven te worden door allerlei dynamieken waar je geen impact meer op hebt?    

Gek genoeg geldt diezelfde dubbelheid ook voor het sociale portret dat ‘De Miskenden’ tekent. Want uiteindelijk lijkt dat toch de voornaamste ambitie van Van Brabandt en co: een beeld schilderen van de copingmechanismen van individuen die zich niet gezien voelen. Wat doet dat met een mens, kunstenaar of niet, om opzijgeschoven te worden door allerlei dynamieken waar je geen impact meer op hebt? We zien ‘wij tegen de wereld’. We zien de pot de ketel verwijten dat hij zwart ziet, eigen zwakheden die rechtvaardigd worden door er anderen de schuld van te geven, diepe twijfels die verstopt worden achter grootspraak. We zijn vlotte veralgemeningen en nihilistische boutades. En uiteindelijk vooral een grote meelijwekendheid. Dé tragiek van deze miskende figuren is dat ze de hele tijd over zichzelf bezig zijn, maar amper enig zelfinzicht vertonen. Ze smeken om erkenning van wie dan ook, maar halen meteen uit naar iedereen die ze dat niet geeft. Kwakende kikkers zien we, die zichzelf moeten opblazen om niet helemaal leeg te lopen. Op sommige momenten zou je er bijna medelijden mee krijgen.

Eigenlijk biedt ‘De Miskenden’ een best genuanceerde socio-psychologische dissectie van ressentiment: die heel actuele maatschappelijke dynamiek die in heel Europa alarmerende effecten sorteert van het stemhokje tot sociale media. Van Babandt lijkt er zelfs begrip voor te vragen, bijvoorbeeld in Kris’ reflectie over de hoon van de artistieke klasse over populaire cultuur. Alleen blijkt deze voorstelling finaal ook zelf een voorbeeld van die hautaine houding van de betere middenklasse. Ze doet ons lachen met middelmatigheid, met even boze als banale zielen die nauwelijks op ons lijken.

Dat is waarom deze sterk geschreven en gespeelde voorstelling over een heel wezenlijk thema me uiteindelijk toch gaat irriteren. Ze laat zich zo meeslepen door het ironische genre van het kunstlullen dat uiteindelijk alles dubbel wordt, ook haar maatschappelijke analyse. Ze wil ons iets doen begrijpen over sociale achterstelling, maar maakt er een sardonische overdrijving van. Ze wil ons overtuigen van de kracht van kunst door die zo spitant mogelijk onderuit te halen. Ze distantieert zich van haar eigen expressievormen.

Waarom moeten theatermakers telkens weer de kunsten als metafoor nemen van onze hele samenleving en het leven van anderen? Waarom halen ze het beste in zichzelf naar boven om de kunsten voor te stellen van haar slechtste kant? Is dat finaal niet nog zieliger dan de zielige figuren die we hier zien? Tegen de tijd dat ‘De Miskenden’ aan het slot toch uitkomt bij een geloofwaardige verdediging van het eigen medium, bij kunst ‘als een reddingboei van schoonheid en inzicht in de absurde zee van eenzaamheid en ellende’, is het uit de mond van deze stakkers, na zoveel eerdere clichés, best moeilijk om er nog enig geloof aan te hechten. Gelukkig is het allemaal maar om te lachen.

Ik ga erover ophouden. 

Nu te zien op TAZ 2024

Genoten van deze recensie? Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand. Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.

Steun pzazz

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login