Toneel / Muziektheater

Laurie & Lou Mitch Van Landeghem & Carine van Bruggen / De Hoe

Een vliegtuigcrash en andere onwaarschijnlijke liefdesverhalen

 Geen onwaarschijnlijker verhaal dan dat van het huwelijk tussen rockster Lou Reed en avant-garde componiste Laurie Anderson. Ze woonden tientallen jaren in elkaars buurt en frequenteerden dezelfde morsige milieus van het decadente New York van de 70ies en 80ies. Toch ontmoetten ze elkaar pas in de 1992 op de luchthaven van München, om elkaar nooit meer te verlaten tot Reeds dood in 2013. Mitch Van Landeghem en Carine Van Bruggen vertellen dat verhaal in ‘Laurie and Lou’, muzikaal ondersteund door Shane Van Laer. Van Landeghem kaapt het verhaal echter (ook) om zijn eigen coming out/of age te vertellen. Dat vijlt de scherpe kantjes van de fleurs du mal van een controversieel en rauw tijdperk en dito levens.        

Laurie & Lou
Klaas Tindemans Nona, Mechelen meer info download PDF
14 oktober 2024

Lou Reed werd voor het eerst bekend met de Velvet Underground, de band die hij vormde met John Cale, Mo Tucker en Sterling Morrison. Andy Warhol adopteerde de band in zijn Factory, tekende in 1967 de hoes van hun eerste album en gaf de Duitse zangeres Nico een plaats in de band. De Velvet Underground was weinig succesvol in zijn korte bestaan, maar werd later  erkend als voorloper van punk, new wave, noise en andere avantgardistische rock. De band nam al gauw afstand van ‘Drella’ (Warhol), maar hield het niet vol. Reed gooide Cale na het tweede album uit de band.

John Cale was mijn favoriet, niet Lou Reed. Mitch Van Landeghem vertelt in de voorstelling Laurie & Lou hoe hij zijn teenage angst bezwoer door ‘Transformer’, het tweede solo-album van Reed (1972) grijs te draaien, dansend in ondergoed en kamerjas. Ik zette John Cale’s ‘Music for a New Society’ (1982) telkens opnieuw op. Ik was al lang geen teenager meer, maar Close Watch – zo donker, toch, zo fatalistisch – gaf mij troost bij de zoveelste vaststelling dat de wereld niet draaide zoals ik graag had: ‘Never win and never lose / There is nothing much too choose’.

Maar het gaat hier niet om mijn nostalgie, maar om de fascinatie van theatermakers Mitch Van Landeghem en Carine van Bruggen voor dat verbazende huwelijk tussen Lou Reed en Laurie Anderson, tussen een biseksueel rockicoon en een buitenissige avant-garde muzikante en performer, in haar muziek toch. Twee songschrijvers, dat wel, ze zaten op elkaars terrein, maar in een heel ander register. Of was dat register toch niet zo verschillend? De muzikale atmosfeer van ‘Laurie & Lou’ suggereert alvast dat de rauwe én glamoureuze rock van Reed – nét geen punk – dichter bij Andersons vervormde stemmen en klanken aanleunt dan je zou denken. Daar ontstaat elektro die nét geen punk is. In ieder geval krijg je in deze voorstelling een tussenwereld te zien, en vooral te horen, die uniek is maar toch een  tijdsgeest pakt. Maar die ook gaat over de naweeën van de teenage angst van deze generatie, tien jaar later.

Toevallig toonde Abattoir Fermé enkele weken terug in hetzelfde theater, NONA, ‘Hotel Chelsea’. Ook die voorstelling ging over de heftige New Yorkse muziekscène van de jaren 1970 en 1980, met een flinke dosis nostalgie, maar zonder expliciet persoonlijke commentaren. Tenzij je de horror en het verval als een puur subjectieve obsessie van Stef Lernous zou zien, wat het niet is. Ik bleef zelf niet onberoerd door die nostalgie, zeker niet bij de een monumentale cover van Patti Smith’s ‘Horses’, destijds (1975) geproduceerd door John Cale. Als goede vriendin van dichter/fotograaf Gerard Malanga behoorde Smith tot de entourage van Warhol’s Factory, maar ook Laurie Anderson was toen in de buurt. Die wereld raakte de anarchie van Hotel Chelsea – artistieke pleisterplaats, annex drugshol en bordeel – maar viel er niet mee samen. Behalve misschien in het geluid, de mix van harmonie en wanklank, die nog later zou uitkomen bij de noise van Sonic Youth.

    De traumatische vliegtrip is een soort psychedelische trip, geen heroïne maar adrenaline – een overdosis wellicht.    

Vanuit dat perspectief is ook die klank nostalgisch. Precies die klank klinkt in beide voorstellingen door, gelijkluidend als het ware. ‘Laurie & Lou’ gaat wel in op het drank- en drugsgebruik van Lou Reed. Het Lou Reed-personage romantiseert dit zelfs, hij wordt lyrisch over de ervaring bij de eerste shot heroïne. Op ironische wijze tegelijk, Carine van Bruggen speelt even Lou Reed in die scène. Maar deze Lou Reed toont niet de aftakeling, hij is geen dame aux camélias, hij wordt nooit zo smerig als de anonieme figuren in Lernous’ Hotel Chelsea. Het Laurie Anderson-personage staat helemaal buiten deze kunstmatige extase van de verslaving, ze reageert er verder niet op, en het thema verdwijnt. Maar deze Laurie Anderson regisseert wel de vertelling, in haar nuchterheid, zij is de drijvende kracht.

Haar drama is van een andere orde, en nogal theatraal. Carine van Bruggen nodigt het publiek uit op een vliegtrip, meer bepaald op een noodlanding, of nog preciezer: een vlucht die neerstort. Vijftig jaar geleden maakte Laurie Anderson dat écht mee. Er stierven mensen maar zij overleefde omdat ze achteraan zat. De anekdotiek liet ze meestal achterwege in haar muziek, maar ‘vallen’ als idee zal ze in haar werk altijd meenemen. “Did we fall, or were we pushed”, dat herhalen deze personages regelmatig, als ze even de draad kwijtraken. De traumatische vliegtrip is een soort psychedelische trip, geen heroïne maar adrenaline – een overdosis wellicht. Deze Laurie Anderson-figuur is tegelijk de nuchtere piloot die geruststelt, zonder te verdoezelen dat het kan eindigen met de dood van iedereen.

Je denkt dan toch ook aan een rouwproces, over Lou. Ze zegt wel vrij casual dat ze 21 jaar gelukkig waren, maar je voelt dat het schrijnt bij dit personage. Terwijl de Lou Reed-figuur al blij is dat hij 71 werd, ondanks een uiterst ongezond leven. Van Landeghem en van Bruggen klampen zich niet vast aan het doemscenario van de crash, ze laten zichzelf toe om te ontsnappen aan hun eigen narratief. Voor Van Landeghem was de zanger van Transformer, zeker met dat witte gezicht en die donkere ogen op de hoes van de LP, een gids bij zijn eigen coming out, Lou Reed hielp hem de complexiteit, zo onontkoombaar voor de twijfelende adolescent, aan te kunnen – zeker als het om seksuele identiteit gaat. Hij vertelt ook gretig over de gevoelens van Lou Reed, uitvoerig beschreven in biografieën van wisselende kwaliteit, terwijl van Bruggen eerder afstand neemt. Ze beperkt zich tot de grote rampen in het leven van Laurie Anderson, de vliegtuigcrash en een duik in een leeg zwembad – gebroken rug, dagenlang verlamd. Maar dat zijn feiten, niets meer. Consequent met die terughoudendheid, zwijgt ze ook over haar eigen leven, het wordt nooit persoonlijk bij haar. Liever concentreert ze zich op haar basgitaar.‘

Laurie & Lou’ lijkt nogal rommelig, zeker in visueel opzicht. De scène staat vol flightcases met elektronische apparatuur voor geluid en video. Het zou het nauwelijks opgeruimde landschap na de crash van een vliegtuig kunnen zijn. Achteraan in een hoek zit Shane Van Laer, gitarist van dienst. Zijn quasi-onzichtbaarheid contrasteert met de controle die hij muzikaal heeft. Zoals Carine van Bruggen Mitch Van Landeghem bij de les houdt, zo zorgt Shane Van Laer voor een strakke continuïteit in het geluid, dat inventief de muzikale stijlen van Reed en Anderson combineert. Het begint bij een versie van ‘Heroin’, de song van de Velvet Underground die Lou Reed later, solo, helemaal naar zijn hand zette. Het eindigt met ‘O Superman’, dat andere legendarische nummer van Laurie Anderson dat onverwacht een hit werd. Mitch Van Landeghem zingt/spreekt met de stemvervormer, en zo voel je, zowel theatraal en muzikaal, dat beide personages een soort compromis sluiten, in de beste zin. Zeer strak, maar ook voldoende schurend en ongepolijst, tegelijk zuinig geometrisch en genereus barok. Ergens midden in de voorstelling hameren ze alle drie op een keyboard, synthesizer-rock uit een vervlogen tijdperk, hoewel de rest van de muziek behoorlijk state of the art is: een analoge sound (zelfs al is het maar alsof) is ongetwijfeld theatraler dan een loop station.         

Genoten van deze recensie?

Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.

Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.

Steun pzazz

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login