Toneel

Уя (Nest) Chagaldak Zamirbekov / Theater 705

Elke vogel prijst zijn nest

                                  Chagdalek Zamirbekov sprak voor zijn voorstelling ‘Уя (Nest)’ met verschillende Kirgiziërs over wat zij als een ‘thuis’ bestempelen. Op slechts enkele vierkante meters, maar met des te meer temperament, vertolken vier acteurs de rauwe, gewelddadige verhalen die hij te horen kreeg. Kirgizië komt daarin naar voor als een land dat in de post-Sovjettijd weifelt tussen traditie en vernieuwing, tussen banden met Rusland en een eigen koers, tussen Islam en secularisme, maar ondertussen vooral kampt met armoede. In Kirgizië moeten de verhalen hard aangekomen zijn, maar ook voor een Europees publiek is dit geen vrolijke kost.        
Uitgelicht door Elie Agniel
Уя (Nest)
Elie Agniel Continental, Brussel, in het kader van Kunstenfestivaldesarts 2024 meer info download PDF
30 mei 2024

In Kirgizië voerde Zamirbekov ‘Уя (Nest)’ op in een onafhankelijk ‘theater’, feitelijk niet meer dan een paar huiskamers. In de gang ertussen speelde de actie zich af. In Brussel vond Kunstenfestivaldesarts een gelijkaardige plek: een kantoortje op de eerste etage aan de Jacqmainlaan. Het publiek, zo’n veertig personen, zit er in twee kleine kamers, verbonden door een korte gang die met een vide in verbinding staat met de begane grond. Van op begane grond klinkt geregeld geroep en geschreeuw. Die gang, dat is het podium, ook al breken de acteurs af en toe uit naar de belendende kamers of de begane grond.

Tegen de muur van de gang hangen wat kleren en traditionele hoofdeksels aan haken. Een man zit naakt in een grote ijzeren teil voor die muur. Een vrouw wast hem hardhandig. Het publiek moet langs haar heen schuiven om de tweede kamer te bereiken. Al deelt een medewerkster van Kunstenfestivaldesarts mee dat we zo nodig van de ene naar de andere kamer mogen gaan, niemand waagt dat een tweede keer.

Schermen in de kamers zorgen ondertussen voor ondertiteling. Zo blijkt de man in de teil een devote Islamiet, net als driekwart van heel Kirgizië. Hij koestert een rancune tegen zijn vader die vluchtte om te gaan strijden bij de terreurgroep IS. Toch werd hij zelf een ijverige student aan de Koranschool. De vrouw neemt daarna het woord. Zij ving tijdens haar leven wel vijfentwintig ontheemde kinderen op. Soms omdat ze te jong bleken voor een tehuis, soms omdat al te jong uitgehuwelijkte vrouwen hun man ontvluchtten. Een jong meisje, hoogzwanger, glijdt ondertussen langs de muren en verdwijnt weer.

Opmerkelijk is dat de vrouw de vierde wand, die al zo flinterdun was, radicaal doorbreekt als ze ons verklapt dat ze geen woord Engels spreekt, en de ondertitels ook niet vertrouwt. Ze vraagt haar dochter, die er ondertussen bij kwam, om aan te vullen wat de ondertitels niet dekken. Als ze even het licht in de gang uitknipt klimt de man uit de teil en krijgt snel een handdoek om. Alweer gaat de ‘vierde wand’ eraan als de dochter iemand uit het publiek sommeert om het water van de teil over te hevelen in emmers. Daarop poetsen de twee vrouwen duchtig de gang en de twee kamers.

Meteen daarna verandert de opvangmoeder op bijna griezelige wijze van gedaante: haar stem, haar blik en haar pose worden in een oogwenk die van een oude vrouw in een rusthuis die herinneringen ophaalt aan de joert waar ze opgroeide na haar geboorte in 1928. De armoede was er extreem, maar toch heeft ze warme herinneringen aan de zure kaas van haar moeder. De joert was voor haar ‘thuis’, in tegenstelling tot het huis waar ze belandde toen een oudere man haar zonder boe of ba schaakte op heel jonge leeftijd. Gelukkig overleed hij snel. Mannen hoefden dan niet meer voor haar. Zo belandde ze in een finaal in dat rusthuis. Nu ja, rust…In een latere scène vertelt ze dat ze aan een oogziekte lijdt, waardoor ze altijd traant en niet helder meer ziet. Medische bijstand krijgt ze niet.

    Kirgizië blijkt geen warm nest.    

Zo’n verhalen illustreren levendig de ruwe traditionele gebruiken, maar ook de fysieke en morele ontheemding van de Kirgiziërs na het uiteenvallen van de Sovjetunie. Die onafhankelijkheid bracht blijkbaar vooral onzekerheid en armoede. De Kirgiziërs vinden slechts moeizaam een balans tussen vooruitgang en bevrijding van verstikkende tradities en behoud van diezelfde tradities. Kirgizië blijkt geen warm nest.

Dat wordt pijnlijk duidelijk als het zwangere meisje, nu zonder bolle buik, weer opduikt. Ze is hitsig en verward. De schermen melden dat het om een shisha meisje gaat: een entraineuse  die mannen aan de waterpijp met hasjiesj houdt, maar er zelf ook niet van kan blijven. Haar moeder verwenst haar elke dag om haar schandalige levenswandel en haar bandeloosheid. Ook anderen kijken op haar neer: de man legt haar met enkele meppen het zwijgen op en schopt haar een kind. Maar ze kan niet anders. Ze wil niet terug naar hoe het ooit was, maar weet ook niet waarheen. Ze deed dan ook al enkele zelfmoordpogingen, maar samen met de andere jonge vrouw laat ze zich even goed gaan in een kleine rave party, met kleurige spots en luide muziek toe.

In een volgende scène toont de man een andere manier om met de ongewisse situatie om te gaan. Strak in het pak wordt hij de ‘ultrapatriot’. Met veel getier eist hij dat het Kirgizisch, de oorspronkelijke taal van het land, de enige officiële landstaal zou moeten worden. Het moet ook afgelopen zijn met het immorele – want Koreaanse – karaoke. Een eigen versie van de Islam – verplicht wel te verstaan – staat ook op zijn menu. Etcetera. Hij werkt het hele identitaire lijstje – ook ons niet vreemd – in een lange tirade af.

Die parodie op extreem rechts zette de zaal in Kirgizië wellicht onder hoogspanning, zo overtuigend is deze acteur. Met zijn duivels knappe montage van alle getuigenissen roept Zamirbekov hoe dan ook een akelig, confronterend beeld op van het land. Als je, als Belg, gaat denken dat die Kirgiziërs barbaren zijn (al klinkt één en ander toch niet zo onbekend), houdt Zamirbekov echter ook ons in deze Belgische versie van het stuk een ongemakkelijke spiegel voor met een extra scène.

Een van de twee jonge actrices – de ‘goede’ dochter - werpt ons voor dat men Kirgizië in Europa inderdaad altijd weer afbeeldt als een land van domme mensen die nog moeten leren wat democratie inhoudt. Daar zouden we beter mee ophouden bijt ze ons toe. Alsof Europa niet net zo goed verantwoordelijk was voor miljoenen doden. En nog steeds fout is nu Europa Israël blijft steunen in de Gaza oorlog. In haar woede hekelt ze ook onze naïviteit: denken we nu echt dat de ondertitels op de schermen betrouwbaar zijn? Enkelen in de zaal juichen haar uitbarsting toe, de meeste toeschouwers blijven beduusd stil.

Als om de gemoederen te bedaren sluiten de spelers af met een traditioneel lied, begeleid op een exotisch snaarinstrument. Het kan de sfeer niet keren. Het impliciete en openlijke geweld in de verhalen blijft nazinderen, net als de ambigue sociale en politieke situaties die Zamirbekov blootlegde. Maar als puntje bij paaltje komt, flapt de ‘goede’ dochter er in haar tirade tegen Europa uit, kiest ze toch voor haar land, hoe groen het gras er aan onze kant ook uitziet. Europa is (voor haar) niet meer de norm. Maar dat had U wellicht al begrepen.         

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login