Klink Bruno Vanden Broecke & Raven Ruëll
Topstuk met zalmpapillot
Acteur Bruno Vanden Broecke start met een ‘Goeie avond, maar of het een goeie is, kwedetniemoeder’. Je vraagt je even vertwijfeld af of deze monoloog dan wel een goeie wordt. Maar na een langzame opbouw gaat het beter dan goed: tegen het einde hangt de hele zaal aan de lippen van deze meesterverteller. ‘Klink’ wordt een fenomenale voorstelling over anderszins uitzonderlijke mensen.
Bruno Vanden Broecke koos bewust voor een première in Gemeenschapscentrum ’t Blikveld (Bonheiden) vanwege het stemmige, net niet te grote zaaltje, vertelde hij. Het creëert vanzelf intimiteit. Dat valt des te meer op omdat het decor uiterst sober is: een aluminium tafeltje en twee dito stoelen. De acteur komt op in een zwarte, makkelijke sportbroek, een grijs T-shirt en Nikes aan zijn voeten. Hij draagt een oorbel. Om zijn hals bengelt het soort badge waarmee je deuren opent.
In ‘Klink’ gaat Vanden Broecke aan de slag met de teksten en heftige ervaringen van Annemie Morbee. Zij ging als therapeutisch assistent werken in het Forensisch Psychiatrisch Centrum in Gent nadat haar buurman, een voormalige magistraat, haar ertoe overhaalde. Haar verhalen over het vagevuur van miserie en liefde, hoop en wanhoop verwerkte Bruno Vanden Broecke samen met regisseur Raven Ruëll tot een adembenemende monoloog.
De voorstelling zet de realiteit van geïnterneerden in het licht: mensen die een misdaad pleegden, maar ontoerekeningsvatbaar verklaard worden. Het kan gaan om een psychopaat, een pedofiel, iemand met een paranoïde persoonlijkheidsstoornis, … Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens veroordeelde ons land keer op keer omdat het psychische patiënten als criminelen in de gevangenis opsluit. Tot een wet in 2016 ervoor zorgde dat er behandelingscentra kwamen. In de Forensisch Psychiatrische Centra (FPC) van Gent en Brugge verblijven vandaag 3933 mannen en vrouwen. Alleen blijken ook die centra niet de verhoopte oplossing. De geïnterneerden raken er veel moeilijker weg dan uit een gevangenis omdat hun genezing niet vastligt: het of en wanneer ervan is onvoorspelbaar. Bovendien komt de Kamer voor de Bescherming van de Maatschappij (let op de hoofdletters) die erover beslist, maar één keer per jaar samen. Hoe hemeltergend die situatie is maakt ‘Klink’ duidelijk met vele, menselijke details.
Dat het voor hen toch nog goed afloopt is een cadeau van de makers. Want hun vier verhalen zijn stuk voor stuk hartverscheurend.
Wat pijnlijk uitspringt in ‘Klink’ is de machteloosheid van wie er vastzit. Vaak terecht, denk je bij de verhalen in de voorstelling. Als toeschouwer laveer je onrustig tussen begrip, onbegrip en rauwe angst voor de figuren die je leert kennen. Anderzijds toont het relaas van Vanden Broecke dat er met die zeer gespecialiseerde centra en hun leger aan specialisten en socio-diagnostische coördinatoren in feite geen menswaardige oplossingen kwamen. De machteloosheid is die van een hele maatschappij.
Vanden Broecke vertolkt in ‘Klink’ de rol van opvoeder Tom. In zijn leefgroep heeft hij vier geïnterneerde patiënten onder zijn hoede: Ayub, Laura, Silke en Emile. Ze moeten samen koken, eten, wassen en poetsen, en een leefkamer delen. Vooral mogen ze zich niet misdragen willen ze kans maken om vrij te komen. Bij de minste misstap begint de therapie van voor af aan. Het zorgt voor constante stress.
Vanden Broecke neemt ons mee in de laatste fase van het therapeutisch proces. Ayub tovert als leerlingkok (in het centrum geleerd) een afscheidsmaal op de tafel. Je kan als toeschouwer de zalmpapillot bijna ruiken zoals Bruno Vanden Broecke het voor hen uitzonderlijke gerecht minutieus omschrijft. De welopgevoede Emile is in zijn nopjes, maar Silke werkt stuurs tegen, en Laura mag niet verkeerd reageren of ze mag niet vertrekken. Je ziet het hele tafereel zowat voor je ogen gebeuren, louter door Tom/Bruno’s gebaren en mimiek.
Bijzonder is hoe Bruno Vanden Broecke tijdens het spel zijn heel herkenbare fysieke zelf blijft terwijl hij tegelijk zichzelf wegcijfert en voortdurend zijn lichaamsstaal en accent verandert (soms heel subtiel) als hij een van de personages speelt, of erover vertelt. Wat hij daar neerzet is een eenmansorkest met vele instrumenten.
Geloof, hoop en liefde vormen het echte skelet van de mens’, mijmert opvoeder Tom ergens tegen het einde van het ontwrichtende tafereel. Dat het voor deze geïnterneerden toch nog goed afloopt is een cadeau van de makers. Want hun vier verhalen zijn stuk voor stuk hartverscheurend.
Het hele relaas zet je als toeschouwer voor zware dilemma’s. Want, hoe moet het dan wel? We hebben nog geen woorden, geen concept voor dit soort ambiguïteit. Als het je al lukt om deze personages niet te veroordelen, waar blijf je dan met de traumatische herinneringen die hun daden voor sommige slachtoffers en toeschouwers oproepen? Ook zonder direct risico voelen we meteen gevaar: een geïnterneerde uit ‘Klink’ werd opgepakt en opgenomen nog voor er iets was gebeurd. Hoe schat je een risico in als je beseft dat er een leven mee verwoest wordt? Annemie Morbee weet alvast dat geïnterneerden lang niet allemaal Dutroux-figuren zijn, of Hannibal Lecters. ‘Het kan iedereen overkomen’, zegt ze in een interview in De Standaard. Een opmerking die ook vaak terugkomt bij mensen die werken met ‘gewone’ gevangenen.
Vanden Broecke vindt zichzelf in ‘Klink’ opnieuw uit als theatermaker van monologen over de leefwereld van ongewone personages. Hij deed het eerder in 'Missie' (2007) of in ''Para' (2018) waarvoor hij in Nederland een Louis d’Or ontving, de prijs voor de beste toneelhoofdrol door een acteur. Het format werd doorzichtig, dacht ik toen ik 'De woordenaar' zag, de monoloog waarin hij zichzelf als personage opvoert. Maar in deze marathon haalt de acteur opnieuw goud. Sterke tekst, sterke regie. Een geolied koppel, die Raven Ruëll en Bruno Vanden Broecke.
Genoten van deze recensie?
Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.
Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.
Steun pzazz