Toneel

Miniatuur voor het moederschap Kiana Porte

Miniatuur voor het moederschap

 Veertig minuten en een paar vierkante meter kunnen volstaan om een schijnbaar anekdotische situatie te verdiepen tot een eeuwige problematiek. Dat bewijst Kiana Porte in haar monoloog ‘Mag ik alstublief mijn schorpioenendans voor u doen?’. Aan een simpele keukentafel evoceert haar personage de pijn van moeder zijn. Zo klein de wereld van deze puffende vrouwenfiguur, zo groot haar stille tragiek. Zeker als blijkt dat dit personage voor Porte niet zomaar een personage is.         
Miniatuur voor het moederschap
Wouter Hillaert BAAI, Oostende, in het kader van TAZ 2024 meer info download PDF
07 augustus 2024

In den beginne is er niets. De eerste minuten van ‘Mag ik alstublief mijn schorpioenendans voor u doen?’ zijn gehuld in complete duisternis. We zitten in een grondeloos gat, zonder aanknopingspunten. Het enige wat we horen, subtiel versterkt, is het zachte ademen van een vrouw. Het lijkt op steunen. Alsof ze zichzelf aanmoedigt om iets te doen wat ze eigenlijk niet kan. Dat heeft al meteen iets heel kleins en iets heel groots. Als was dit een podcast met een reportage over een oud vrouwtje van om de hoek, maar net zo goed een ervaring van vóór je geboorte. In één en dezelfde adem hoor ik de anekdotische last van één vrouw, de nog open onbepaaldheid van een vrouw én de universele strijd van de vrouw.

‘Ken je dat, dat je te moe bent om iets te zeggen?’ Als met die ene zin de duisternis optrekt, gebeurt dat met een duidelijke Aalsterse tongval. Nu krijgen we er wel beeld bij: een vrouw op een stoel aan een goedkope tafel, gehuld in een kort wijd kleed of een te grote shirt. Ze ziet er inderdaad moe uit, maar zwijgen doet ze allerminst. Het lijkt zelfs alsof met het aanfloepen van het licht ook de stop van de fles is gegaan. Ze begint te kwebbelen. Over haar schatteke, Olivier, die haar ten huwelijk vroeg op hun L-bank, nadat zij hem eerst naar de ijskast had gestuurd om een coca. Over haar fibromyalgie en opgezwollen vingers. Over haar lui oog. Dat ze een schorpioen is, net als Lady Diana. Dat haar dochter, een kreeft, al is gaan studeren – maar wat is dat weer precies? Dat we haar nooit iets kwaads zullen horen zeggen over haar kinderen. Dat alles pijn doet aan haar lichaam. Dat ze nauwelijks nog buiten geraakt. Dat haar drie vriendinnen op Facebook ook allemaal een naam hebben met een ‘a’ achteraan. Zelf heet ze Tania. Tania praat alsof dat weken geleden is.

Ook deze solo zelf, Kiana Portes masterproef aan het RITCS, voelt als een samengestelde compositie. Porte kreeg het idee ervoor na het zien van de film ‘Precious’ van Lee Daniels, over een jonge zwarte moeder in een precaire sociale situatie, met een getroebleerde relatie tot haar eigen moeder. Ze voedde zich verder met verhalen en gesprekken van moeders op sociale media, met historische moederfiguren, én met veel observaties uit haar eigen omgeving. Uit al die inspiraties componeerde ze samen met Alice D’hondt en Yoline Denys een tekst die zijn zin niet zozeer vindt in de zinnen zelf, wel in het uitspreken ervan. We zien een ziel die eindelijk eens haar zeg mag doen, omdat er mensen zijn die willen luisteren. Dat raakt al op zich. 

    Deze vrouw zit letterlijk vast, heeft enkel haar stoel om zich toe te verhouden en al haar gemis op te projecteren.    

Porte vertolkt haar rol met zowel onschuldige naïviteit als een bewuste knipoog. Ze speelt vlot met de lach uit de zaal die ze zelf mee opwekt. Dat geeft haar solo een hoog ‘Man bijt hond’-gehalte: je krijgt niet zomaar een moeder te zien, maar vooral een sociaal type. Dit type moeder houdt van Céline Dion, gelooft in spiritualiteit en post bloemige boodschappen op sociale media. Haar duivels daarentegen houdt ze voor zich, want wat zouden de mensen wel niet denken? Tegelijk voel je veel begrip onder Portes vertolking. Er is meer dan wat je ziet, lijkt ze te willen zeggen. Dat toont ze vooral als de woorden stilvallen, en Tania trillend van haar stoel komt en voetje voor voetje door de lege kamer schuift. Waarheen? Deze vrouw zit letterlijk vast, heeft enkel haar stoel om zich toe te verhouden en al haar gemis op te projecteren. Haar pijn is fysiek, maar die verbeeldt zoveel meer.

‘Mag ik alstublief mijn schorpioenendans voor u doen?’ maakt geen grote narratieve boog. Het is eerder een étude, een portretschildering met lichte toetsen. Dat plaatje lijkt lang documentair en naturalistisch, maar wordt plots abstract als Porte op een stoel op de tafel haar haren ontbindt en in een geaffecteerd Engels quotes naspeelt uit het befaamde BBC-interview waarin Lady Diana in 1995 vrijuit getuigde over haar postnatale depressie en boulimia, en hoe weinig ze zich daarin gesteund voelde door de rest van de koninklijke familie. ‘Misschien omdat ik de eerste was die eraan leed?’ Diana fungeert hier als de oermoeder van de gekwetste moeders. Porte schetst zo niet één vrouw, maar een patroon: je zorgplicht willen vervullen, maar daar niet in slagen, waardoor je het label ‘instabiel’ aangekleefd krijgt terwijl je zelf degene bent die zorg nodig heeft.

Het kleine en het grote, zij zijn in deze monoloog voortdurend met elkaar in dialoog. Een coca uit de ijskast wordt vanzelf een metafoor voor een diepe dorst naar erkenning, ook door jezelf. Een anekdotische herinnering aan de geboorte van je dochter, met je kop onder je stoel, resoneert meteen met een bijna kosmische reflectie over trans-generationeel trauma. Dat is de kracht van miniaturen: ze zijn zo spaarzaam in hun details dat de verfijnde afwerking ervan meteen zoveel meer gaat betekenen.

Eén zo’n detail tegen het einde passeert gewoon mee in de langzame stroom van woorden en gestes, maar slaat in de zaal in als een bliksem: Tania krijgt een kort telefoontje van haar verre dochter. We horen haar in de hoorn spreken zoals we haar zagen beginnen: alsof er niets aan de hand is, terwijl ze net daarvoor nog een grote uitbarsting had. ‘Maar natuurlijk is het ok dat jij mij speelt op scène. Dat is toch wat theater is, mensen spelen?’ Moeder beseft zelf wellicht niet wat haar dochter vertelt, maar voor ons verandert het de hele voorstelling: Porte voert hier voor een deel gewoon haar eigen moeder op. Al die tijd zijn we getuige geweest van een verzoenende handreiking van dochter tot moeder, van een uitdagende oefening in empathie. Dat raakt nog zoveel meer. 

Kiana Porte lijkt als de dood voor een te autobiografische interpretatie van haar solo, maar daar hoeft ze niet bang voor te zijn. ‘Mag ik alstublief mijn schorpioenendans voor u doen?’ heeft de diepgang en de spelkwaliteit om iets te zeggen over elke moeder en dochter, en tot iedereen te spreken. 

Genoten van deze recensie? Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand. Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.

Steun pzazz

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login