Toneel / Muziektheater

Orfeus Koen de Graeve / Lazarus & Flat Earth Society Orchestra

Nog eentje voor het slapengaan

                                  Tijdens een existentiële wandeltocht van negen dagen kreeg Koen De Graeve het idee om zijn midlifecrisis en ‘het leven’ te overschouwen aan de hand van de mythologische figuur Orfeus. Waar de mythe van Orfeus en Eurydice vooral een vergeefse tocht naar het dodenrijk verhaalt, bezingt en beschimpt een magistrale De Graeve in zijn ‘Orfeus’ het leven zelf. Er zit niets anders op dan je over te geven aan de weergaloze woordenstroom en  de doldwaze klankassociaties die swingen en wringen dankzij de muzikale ondersteuning van Flat Earth Society Orchestra onder leiding van Peter Vermeersch. Na deze knalprestatie alles ook weer loslaten, moet lukken, toch?  
Uitgelicht door Lotte Ogiers
Orfeus
Lotte Ogiers Bourla Schouwburg Antwerpen, in het kader van Antwerpse kleppers meer info download PDF
07 juni 2024

Het is niet verwonderlijk dat Koen De Graeve zich voor ‘Orfeus’ laat begeleiden door het excentrieke orkest van Vermeersch. In de drieduizend jaar-oude mythe is Orfeus muzikant en dichter, maar bovenal is hij de geliefde van de vroeg gestorven Eurydice. Wanneer Orfeus Hades en Persephone smeekt om Eurydice uit de Onderwereld te mogen bevrijden, moet hij hen wel één ding beloven: hij mag niet achterom kijken tijdens deze onzekere tocht. Zijn angst om los te laten brengt hem in moeilijkheden. Hij kijkt achterom. Door zijn liefdevolle blik verliest hij zijn geliefde voorgoed.

In zijn stralend witte pak is Koen De Graeve Orfeus, halfgod en DJ. Een bezwerende priester die gulzig van drankjes drinkt en niet te stoppen is omdat hij al drieduizend jaar ditzelfde verhaal opvoert. Afgescheiden van de muzikanten door middel van een doorzichtig scherm, vooraan, op de smalle strook van het podium, buldert en beweegt hij dicht bij het publiek.

Er is niet één taal om de eeuwige twijfel onder woorden te brengen. Het is alles en veel. Soms zijn het slechts klanken die De Graeve uitstoot, Boem Paukeslag, dan is het Frans, Iers, Engels, Kempisch of Limburgs. Hij rockt, rapt en zingt. Hij spreekt de taal van een verteller die psychotisch heen en weer loopt in zijn brein. Hier en nu neemt hij je mee in die oeverloze gedachtegang die maalt en dwaalt totdat de loop van de tijd alles overneemt en niemand nog begin en einde kent. Hier en nu, dat is.

Eerst is Koen De Graeve ‘echt’ Orfeus die soms Vader Zeus aanroept wanneer het hem allemaal te veel wordt. ‘Het zou ook kunnen dat de Schepper, het Scheppende iets in gang heeft gezet dat het niet meer in de hand kan houden, verstoje maane zjiever?’ spreekt Orfeus in het ijle waarna hij ten rade gaat bij zijn biljart spelende vader die geen oren heeft naar zijn weifelende zoon.  

    Is de mens in staat om in één oogopslag ook alles los te laten?    

Geleidelijk aan is het niet meer de halfgod die spreekt, maar Koen De Graeve die zijn rol als acteur, verhalenverteller, Sint én vader weet samen te smelten tot het tragikomische beeld van de zoekende mens die ronddoolt op deze aardbol. Koen De Graeve moet de eerste zijn die Plato’s allegorie van de grot zo kundig en komisch uitlegt aan de hand van de schaduw van zijn teelballen. Maar in de vloekende, beeldende en associatieve gedachtestroom kan je wel degelijk een samenhangende tekst ontwaren waarin wederkerende beelden en gedachten iets zeggen over ons, mensen, zoogdieren, kleine delen van een doldraaiende kosmos waaraan niet te ontsnappen valt.

Zo voert Koen De Graeve zijn hond Wolf op. Die kwispelt enthousiast om te wandelen terwijl zijn baasje hem de werking van zijn bougie wil uitleggen. Via deze tweespalt tussen het instinctieve en het rationele, vertelt De Graeve dat ook de aarde geen uitleg verdraagt. Hij roept op om te kijken. Nog eens te kijken. Tegelijk is het door het omkijken dat de Griekse held zijn geliefde verloor. Is de mens in staat om in één oogopslag ook alles los te laten? De aarde de aarde te laten zijn, toeval en het lot gewoonweg te omarmen?

Als rasechte acteur en verteller is De Graeve steeds in de weer met de overlevering van verhalen, als verweer tegen wat ongrijpbaar is. Hij roept het intieme én het illusionaire karakter van vertellingen op. Dit spreekt bijvoorbeeld uit de anekdote waarin hij Sint speelde voor zijn dochtertjes. Het schizofrene gewirwar is even gaan liggen. Je ziet al hoe het sneeuwt buiten, er zijn witte vlokjes op het scherm geprojecteerd. De Graeve vertelt teder hoe hij, vermomd als Sint, zijn dochtertje op de schoot nam. Hij leunt op één knie en verbeeldt met zijn vlakke hand het gezicht van zijn dochtertje. Hij houdt de hand dicht bij zijn eigen gezicht. Je beeldt je in hoe ze elkaar in de ogen keken. Vol vertrouwen. De vader, de Sint, het kind. ‘Veilig kindje,’ zegt De Graeve. Hij vertelt hoe rondkijkt in zijn huiskamer met zijn vrouw op de achtergrond. Hij ziet liefde. Wanneer hij thuiskomt vertelt zijn dochtertje hoe ze op de schoot van de Sint klom. Ze hervertelt het moment dat ze samen beleefden. Orfeus, de sint, de vader, het kind, alles beweegt in een loop.

Op het scherm tussen Koen De Graeve en het blazende en trommelende orkest zie je naarmate de voorstelling vordert nu ook de beeldende woordenstroom tot leven komen. Je herkent welpen, leeuwen, bloemen, een vis of eencelligen. Tussen al die wonderen, branden ook de ontluisterende beelden uit De Graeves tekst op je netvlies. Zo ligt de vijfjarige Aylan moederziel alleen op het strand. De zee bonkt tegen zijn levenloze beentjes. Er is geen sint, dit is geen veilig kindje.

De Graeve vertelt over het verhaaltjesritueel van kinderen en ouders voor het slapengaan. Misschien moet je deze ‘Orfeus’ begrijpen als een onstuimig wiegelied. Waarin de Onderwereld gelijk staat aan de nacht, de tocht van Orfeus en Eurydice is het moment net voor het slapengaan, tussen waken en slapen, waarin zowel vaders als kinderen, elk met hun eigen verlangens, hun veilige liefde proberen te versterken in de blik van de ander. Tot iemand opgeeft, oogjes toe. Het zwarte gat. Loslaten.

Na een slopende, helse strijd vindt Orfeus zijn geliefde terug in de Onderwereld. Ze beginnen aan hun tocht uit die duistere plek. Op het scherm zie je verschillende projecties van Koen De Graeve ontstaan. Ze onderscheiden zich als schaduwen van de echte. Orfeus, Koen, de vader, het kind. Een enkele waagt zich aan een Sirtaki. ‘Kom maar Wolf. Kom maar frank wezentje, lief kleintje. Kom maar lief,’ zegt De Graeve. Hij neemt iedereen mee. Wandelen is voor De Graeve geen vlucht vooruit maar een daad van (zelf)liefde. Een remedie tegen het suizen van de nacht, een wereld die nooit volledig te begrijpen, slechts samen te bewandelen valt.         

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login